Het gaat om de tekeningen Portret van een jonge man (1515-1517), Vliegende Putto (1518) en Jozua spreekt tot de Israëlische stamhoofden in Sichem (1516-1518). Het museum verrichte uitgebreid onderzoek naar de werken voor een grote Rafaëlexpositie in het najaar. Hieruit trokken onderzoekers de conclusie dat de tekeningen door de Italiaanse meester zelf gemaakt moeten zijn.

„Het zijn nogal verschillende tekeningen, maar ze hebben ieder voor zich kenmerken die duidelijk de signatuur vertonen van Rafaël”, aldus hoofdconservator Michiel Plomp. Daarbij gaat het volgens hem bijvoorbeeld om de belichting of het weergeven van emoties. Een expert uit Wenen meent ook dat het gaat om originelen van de kunstenaar.

Het is in het algemeen niet makkelijk te achterhalen of werken door de Italiaanse schilder zijn gemaakt, zegt Plomp. „Tekeningen van Rafaël en zijn school zijn een erkend mijnenveld voor kenners op het gebied van de tekenkunst.” Rafaël had een atelier met veel leerlingen met wie hij nauw samenwerkte voor zijn grote opdrachten, onder meer voor het Vaticaan.

Het Teylers Museum bezit nu geen 9, maar 12 tekeningen van Rafaël. Het Rijksmuseum in Amsterdam en Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam bezitten elk één tekening van de kunstenaar, waarmee het totale aantal Rafaëls in Nederland op 14 komt.

Het Haarlemse museum exposeert de drie ontdekkingen tijdens de Rafaëlexpositie vanaf 28 september. Dat is de eerste tentoonstelling die in Nederland aan de Italiaanse renaissancekunstenaar wordt gewijd.