„Oordeel over voorarrest niet in kort geding”
AMSTERDAM (ANP) – Het kort geding dat Fred Ros, een van de hoofdverdachten in het liquidatieproces Passage, heeft aangespannen tegen de staat, is vooral een „verkapt hoger beroep” tegen de mislukte wraking van zijn rechters in dat proces. Dat betoogde landsadvocaat R. Veldhuis woensdag in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp, waar het geding diende.
Ros wil via het kort geding iets tegen zijn extreem lange voorarrest ondernemen, maar dat is volgens de staat niet de juiste weg. Hij zit sinds augustus 2006 in voorarrest. Justitie verdenkt hem van het organiseren van de moord op de Amsterdamse kroegbaas Thomas van der Bijl.
In die moordzaak zijn de uitvoerders al veroordeeld tot lange straffen. De zaak van Ros werd destijds van dat proces afgesplitst, omdat hij in het kader van Passage van nog meer zaken wordt verdacht. Ros heeft er bezwaar tegen dat op Passage dezelfde rechter zit, Frits Lauwaars. In zijn vonnis tegen de uitvoerders zou deze een voorschot hebben genomen op zijn oordeel over Ros en dus mogelijk vooringenomen zijn.
Ros en zijn advocaat Peter Plasman betoogden dat kort na de start van het proces Passage - in 2009 - al een wrakingsverzoek werd gedaan, dat tot doel had Lauwaars van de zaak af te krijgen. Dat verzoek strandde. Ros vindt nu dat hij geen eerlijk proces krijgt. Volgens advocaat Veldhuis heeft de wrakingskamer het destijds goed gezien.
Dat het voorarrest van Ros extreem lang duurt, is de staat met de verdachte eens. Maar het gaat om een bijzondere zaak, waar na ruim 3 jaar procederen schot in zit, betoogde Veldhuis. Vorige week eiste het Openbaar Ministerie tegen zes verdachten, onder wie Ros, een levenslange gevangenisstraf. Het vonnis wordt eind dit jaar, begin volgend jaar verwacht.
Ros protesteert tegen het feit dat hij het telkens verlengen van zijn voorarrest niet meer kan voorleggen aan een andere rechter dan Lauwaars; die mogelijkheden zijn inmiddels uitgeput. De staat vindt dat de rechter in kort geding over dit soort kwesties niet gaat. Die rechter geeft op 8 juni haar oordeel over de zaak.