Wel koopzondag en kinderporno, geen Kliksafe
„Pa! Wist u dat?” Mijn dochter belde me verontwaardigd op. „Morgen zijn de winkels open!” Ik wees haar erop dat ze dat in de krant had kunnen lezen. Op de eerste koopzondag in onze woonplaats ging er nota bene een muziekbandje door de straat, alsof er iets te vieren was.
Hoe komt het toch dat we sommige geleidelijke verschuivingen niet opmerken en pas wakker schrikken als muziekkapel Decibel rondtoetert door de stad? Dat is de bekende les van de kokende kikker: gooi een kikker in een pan met kokend water en het dier zal eruit springen. Warm een kikker in een waterbad heel langzaam op en het dier blijft zitten tot het doodgaat.
Het is overigens de vraag of dit in het echt ook zo gebeurt, maar het gaat nu even om het beeld. Een geleidelijke verandering valt nauwelijks op en je beseft niet dat je je op een hellend vlak bevindt. Niet zelden passeer je dan ongemerkt een grens en soms, zoals in het geval van die koopzondag, gaat er zelfs een wissel om.
Op de opiniepagina van deze krant betoogde dr. R. Ganzevoort, Eerste Kamerlid voor GroenLinks, dat dit juist een goede keuze is die ruimte biedt aan andersdenkenden. „Als reformatorische mensen anderen iets willen ontzeggen, gaat er bij mij iets jeuken.” Christenen die opkomen voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren of de vrijheid van onderwijs, zijn niet tolerant, vindt hij. Ze lijken er juist opuit te zijn om anderen, homoseksuelen, uit te sluiten. Onzin natuurlijk, er is niet één homostel minder getrouwd omdat er gewetensbezwaarde ambtenaren zijn.
„Maar”, zegt Ganzevoort, „waarom kunnen orthodoxe christenen dan niet accepteren dat er in deze samenleving ook anderen zijn die wel op zondag willen zwemmen of winkelen, die wel naar een blasfemische uitvoering willen of een homoseksuele relatie aangaan?”
Het antwoord op die vraag is niet zo moeilijk: omdat christenen van mening zijn dat het ook voor die anderen beter is om op zondag naar de kerk te gaan, weg te blijven bij godslasterlijk toneel of niet ongehuwd samen te wonen. Dat is hun diepste overtuiging, niet alleen voor zichzelf maar ook voor anderen. Prima, zal Ganzevoort zeggen: dat mag je vinden, maar je mag dat nooit in de praktijk aan anderen opleggen want dan beperk je de ruimte voor andersdenkenden.
Kliksafe
Ik leg in dit verband graag de vinger bij de discussie over netneutraliteit en Kliksafe. De Eerste Kamer stemde vorige week in met de Telecomwet en een kleine meerderheid was tegen de motie-Ester, die een uitzondering wilde voor Kliksafe.
Onder de tegenstemmers bij die motie was ook Ganzevoort. Dat roept toch op zijn minst vragen op. Kennelijk maakt ook hij morele keuzes die de ruimte voor andersdenkenden danig beperken.
Netneutraliteit betekent dat internetproviders geen onderscheid mogen maken tussen verschillende sites. Elke Nederlander moet via internet bij dezelfde informatie kunnen zonder dat er censuur wordt toegepast. Dat past weer bij het hooggeroemde gelijkheidsbeginsel.
De prijs daarvoor is echter dat een bedrijf als Kliksafe in de problemen komt omdat het filtert aan de bron: alle abonnees worden ‘gecensureerd’. Daar kiezen ze voor, ze leggen het zichzelf op. Waarom is een uitzondering voor Kliksafe dan niet mogelijk? Waar zijn Ganzevoort en die andere netneutralisten precies bang voor? Dat al die andere providers in Nederland ook porno en geweld gaan weren en dat seksverslaafden in Nederland straks niet meer aan hun gerief komen?
Nee, het is het principe, de morele keuze die Ganzevoort maakt: censuur moet je hoe dan ook niet willen. „Er zijn andere oplossingen en dan moet je een wet niet nodeloos compliceren”, twitterde hij. Met de andere oplossingen doelde hij op de brief van minister Verhagen, die meldt dat je ook lokaal een filter kunt installeren of voor een proxyserver kunt kiezen. Ja, dat wisten we al – en dat filter of die proxy-instelling kun je ook weer uitschakelen. Die brief is een volstrekt lege huls die aantoont dat de minister eigenlijk niet begrijpt waarom abonnees voor Kliksafe kiezen: omdat ze geleerd hebben dat ze zichzelf niet kunnen vertrouwen.
Daarom nog een keer, meneer Ganzevoort: Legt u nu eens uit waarom het principe van netneutraliteit voor u zo heilig is? Legt u eens uit waarom Nederland zo voor de troepen uit moet lopen terwijl elders in Europa providers volop censureren op video’s of telefoonverkeer? Legt u eens uit waarom providers wel spam mogen tegenhouden maar geen kinderporno? Legt u eens uit waarom providers wel de belangen van de muziek- en de filmindustrie mogen beschermen door –tegen de zin van de gebruikers– The Pirate Bay te blokkeren, maar niet de belangen van orthodoxe protestanten mogen dienen door ouders –op eigen verzoek– te verschonen van porno?
Ganzevoort schreef eerder over grondrechten: „Je kunt niet voor jezelf vrijheden claimen die je anderen niet gunt.” Maar GroenLinks gaat nog een stap verder, gunt orthodox-protestanten ook niet de ónvrijheid die ze zelf willen. Deze senator legt vanuit zijn eigen principes anderen niet alleen beperkingen op maar verhindert hen zelfs om zichzelf beperkingen op te leggen.
En zo is die pan met de kikker weer een graadje warmer. Dan gaat er bij mij iets jeuken.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl