Geestelijke drank
Ezechiël 36:25a
„Dan zal ik rein water op u sprengen en gij zult rein worden.” Onder water versta ik in het geheel niet het stoffelijke element water, zoals gebruikt in de doop, hetzij door de onderdompeling of besprenkeling, maar water in de geestelijke betekenis ervan. Dat betekent de gaven en genade van de Heilige Geest. Aldus betekent ”uit water en de Geest geboren” geboren te zijn uit de Geest en Zijn genademededelingen en werkingen die in de ziel uitgegoten of aan de ziel toegepast worden, zoals water wordt gebruikt voor het lichaam.
Waarom spreekt de Heere (en ik moge eraan toevoegen de Schriften in het algemeen) van de gaven en genadegaven van de Heilige Geest, onder het beeld van water? Het schijnt me toe dat er omstandigheden zijn, verbonden met water, die het erg gepast doen zijn om een typerend zinnebeeld van de gezegende Geest te zijn. Water bevredigt de dorstige verlangens. Natuurwetenschappers zeggen ons dat water op zeer ruime wijze deel uitmaakt van ieder vloeibaar en vast deel van onze lichamelijke gestalte. Daar er bijgevolg een gedurig verbruiken en uitwasemen van dit vocht is, moet er nieuw worden toegevoerd en zo is de dorst het vragen van het lichaam naar die noodzakelijke toevoer. Aldus bevredigt insgelijks het water des Levens, dat alleen de Heilige Geest geven kan, de begeerten van de geestelijke dorst, die wordt verwekt wanneer en waar het Gode ook behaagt goddelijk leven aan de ziel mede te delen.
J.C. Philpot, predikant te Stamford
(”Leerredenen”, 1866)