Groen & duurzaamheid

Mensaap en dolfijn: personen met rechten

Met haast religieuze hartstocht. Zo strijden sommige activisten voor de bescherming van dieren. Soms worden beesten –de intelligentere– daarbij op één lijn gezet met mensen. Ze zouden zelfs een plaats verdienen in de Grondwet.

Michiel Kerpel

24 May 2012 19:21Gewijzigd op 14 November 2020 21:15
Foto iStockphoto
Foto iStockphoto

Al sinds 1993 strijden dierenbeschermers voor een Verklaring voor de rechten van de Mensaap. Initiatiefnemers zijn een groep primatologen, psychologen en ethici verenigd in het Great Ape Project (GAP).

Ze vierden in 2008 een groot succes. Als eerste volksvertegenwoordiging ter wereld nam het Spaanse parlement een wet aan om het recht op leven en vrijheid van mensapen te verankeren in de grondwet.

Ook de roep om dolfijnen universele rechten te geven, klinkt steeds luider. In 2010 riep zoöloog Lori Marino op om dolfijnen dezelfde status te geven als de mens. En afgelopen februari pleitte filosoof Thomas White in de Britse krant The Independent ervoor een rechtenverklaring voor deze intelligente schepsels op te stellen. Hij ziet een dolfijn als een „niet-menselijk persoon” en de soort als „onze zwemmende wederhelft.”

Clubs die algemene dierenrechten willen doorvoeren, zijn er ook. Ze strijden voor een plaats van het beest in de grondwet. Sommige daarvan, zoals de groepering Animal Liberation Front, schuwen zelfs geweld niet om dierenrechten aan de orde te stellen.

Pijn lijden

Sinds twee eeuwen gebruiken voorstanders van dierenrechten het argument dat dieren emoties zoals pijn kunnen ervaren. De Brit Jeremy Bentham (1748-1832) is met deze idee de grondlegger van het utilisme, een ethische stroming die stelt dat pijn moet worden bestreden en geluk bevorderd. Volgens Bentham zijn „alle wezens die in staat zijn om te lijden, dragers van rechten.”

Dat mensapen en dolfijnen een bijzonder plekje hebben, komt door de intelligentie en het hoge bewustzijn van de dieren. Voor apen geldt ook nog eens dat ze genetisch erg lijken op de mens. Ruim 98 procent van het DNA komt overeen.

Intelligentie

De mens als een aangeklede aap. Marco Visscher, publicist en eindredacteur van opinietijdschrift Ode, ergert zich aan die voorstelling van zaken. Hij merkte na literatuuronderzoek dat de intelligentie van dieren ernstig overschat wordt. „Ik verkeerde eerst in de veronderstelling dat iedere aap stokjes of stenen als gereedschap gebruikt. Maar daar is helemaal geen sprake van. Het gaat vaak om uitzonderingsgevallen. Chimpansees vergeten hun trucjes zelfs soms gewoon weer. En over het ontdekken dat ze met een steen noten kunnen kraken, doen sommige apen vier jaar. Verder dragen ze hun ‘kennis’ vaak helemaal niet over op andere apen.”

Daar ligt gelijk een belangrijk verschil met de mens, volgens Visscher. „Wij stijgen ver boven apen uit. De mens kent de unieke combinatie van technische én sociale intelligentie. Daardoor draagt hij nieuwe vondsten ook daad­werkelijk over aan het na­geslacht.”

Devaluering

De bezwaren van Visscher tegen de strijd voor dierenrechten spitsen zich toe op de devaluering van de mens die deze tot gevolg heeft. „Als je mens en dier op gelijke hoogte stelt, haal je de mens naar beneden. Je stopt de ontplooiing en vooruitgang waar de mens naar streeft. De mens is in staat zijn eigen leven vorm te geven. De mate waarin een dolfijn, kraai of olifant dat kan, lijkt me marginaal. Ze worden met name gedreven door instincten en de natuurlijke wetten.”

Visscher ziet een verband tussen de aandacht voor dierenrechten en die voor allerlei wereldproblemen. „Bij veel milieuproblemen wordt de mens als schuldige aangewezen. Daarmee kleineren we onszelf. Het op een voetstuk plaatsen van het dier past daar helemaal bij. We moeten weer geloven in de mens en in onze unieke positie op aarde.”

Effectief

Ruud Tombrock, directeur van dierenwelzijnsorganisatie World Society for the Protection of Animals (WSPA), richt zich niet op dierenrechten. Toch wil hij geen afstand nemen van activisten. „Over de grondrechten van dieren kun je lang debatteren. Voor ons als organisatie is die discussie niet zo effectief. Het is ook niet onze stijl. Wij richten ons vooral op dieren­welzijn en proberen het lijden van dieren te verminderen. Dat kan ook door zaken in wet­geving te verankeren. We willen bereiken dat mensen op een andere manier –met meer respect– naar dieren kijken.”

Of hij onderscheid maakt tussen meer en minder intelligente beesten? Tomrock: „Wij zijn er heel sterk van overtuigd dat dieren –zeker die met een hoger bewustzijn– vreugde en verdriet kunnen ervaren. Maar daarbij komt dat het dierenrijk groot en uitgebreid is. Van eencelligen kun je moeilijk zeggen dat ze pijn hebben. Het is heel lastig om duidelijke grenzen te trekken.”

Hoe hoger het bewustzijnsniveau van dieren, hoe harder WSPA ervoor vecht. „Maar we trekken dan geen streep. Het betekent niet dat we ons bijvoorbeeld minder inzetten voor koeien en kippen. Nee, de industriële veehouderij is zelfs een van onze prioriteitgebieden.”

Luxe-issue

Tombrock denkt dat de aandacht voor het dier min of meer is ingegeven door de welvaart in het Westen. „Wanneer mensen het beter krijgen, hoeven ze niet meer druk te zijn met de eerste levensbehoeften. Het wordt gemakkelijker om te letten op anderen en op dieren.”

In oktober 2010 erkende ook dierenrechtenactivist en filosoof Paul Cliteur tegenover de Wereld­omroep dat dierenwelzijn een luxe-issue is. Hij zei daarbij dat Neder­landers tegenwoordig op zoek zijn „naar een vluchtheuvel met een duidelijk moreel standpunt. Zoals dierenrechten.”

Dat laatste ligt in lijn met het standpunt van historica Amanda Kluveld. Zij merkt in haar boek ”Mens en dier” (2009) op dat de strijd voor dierenrechten niet meer is dan het opvullen van een moreel vacuüm.

Visscher herkent een gevoel van superioriteit bij dierenrechten­activisten. „Ze voelen zich moreel beter met hun elitaire standpunt. Ten onrechte plaatsen ze zich op één lijn met degenen die opkwamen voor vrouwen en zwarten. Ze willen schijnbaar gezien worden als de helden van de samenleving. Als een Martin Luther King, de voorvechter voor zwarten.”

Vrouwen, zwarten en arbeiders

„De vergelijking met rechten voor vrouwen, zwarten of arbeiders gaat helemaal mank”, vindt Visscher. „Vrouwen, zwarten en arbeiders gingen zélf de straat op om hun rechten op te eisen. Het ging om hún vrijheid, hún keuzes. Een papegaai of een panda zie ik nog niet de straat opgaan. Dieren kunnen ook niet voor hun eigen vrijheid opkomen. Dat past alleen bij mensen. Bij vrije, zelfbewuste individuen, die nadat ze vrijheid verkrijgen haar ook zelf gebruiken. Een beest is geen meester over zijn eigen leven zoals een mens dat is. Wij schrijven geschiedenis, dieren zijn slechts toeschouwers.”

Of dieren –juist omdat ze niet voor zichzelf kunnen opkomen– beschermd moeten worden? Visscher: „Zeker. Maar waarom zouden ze dan net als mensen rechten moeten krijgen? Laten we eerst de rechten van onze medeaardbewoners op orde hebben. In een wereld met zo veel armoede en honger en in een wereld waar zo veel kinderarbeid plaatsvindt, lijkt het me ontzettend decadent om te gaan praten met de Verenigde Naties (zoals in het Great Ape Project, MK) over het verstrekken van rechten aan apen. Dan heb je je prioriteiten niet op een rij. Ik zou willen pleiten voor een moraal die puur op mensen blijft gebaseerd. Het zou mooi zijn als we het met 7 miljard mensen gezellig en knusjes hebben op deze planeet. Zolang dat nog niet zo is, lijkt het me misplaatst om dieren rechten te verlenen.”

www.marcovisscher.nl/apen voor Visschers essay ”Wij lijken echt niet op apen”.


Dieren in grondwet

Dierenrechten zijn in Nederland niet verankerd in de Grondwet. In Duitsland sinds 2002 wel. In 2005 diende GroenLinks een initiatiefwetsvoorstel in om de rechten van het dier in de Grondwet te laten opnemen. Het kwam niet door de Tweede Kamer.

In Nederland bestaat sinds 1992 wel de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Het eerste lid van artikel 36 daarvan luidt: „Het is verboden om zonder redelijk doel, of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”


Dierenrechten en de Bijbel

Het eerste feit dat de Bijbel vermeldt over dieren, is dat het schepsels zijn van God. Alleen daarom al heeft elk dier in zichzelf waarde om beschermd te worden.

Daarnaast is de mens door God aangesteld als rentmeester om zorg te dragen voor de schepping in het algemeen en dieren in het bijzonder. „En God zeide: Laat Ons mensen maken (…) dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt” (Genesis 1:26).

Bovenstaande tekst is ook wel ten onrechte aangegrepen om een onbeperkte exploitatie van dieren te legitimeren. Maar het ”heer zijn”, betekent geen egoïstische uitbuiting, maar wijst op de plicht van het verantwoord omgaan met de schepping. Zoals staat in Genesis 2:15, waar de mens wordt opgedragen de aarde „te bouwen, en te bewaren.”

Ook andere passages in de Bijbel laten zien dat de mens oog moet hebben voor het welzijn van dieren. Er staan in het Oude Testament veel voorbeelden van wet- en regelgeving waarmee het dier beschermd wordt. Spreuken 12:10 luidt: „De rechtvaardige kent het leven van zijn beesten, maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed.”

Het dier rechten toekennen en ”als mens” beschouwen, gaat nog verder. Het kan gezien worden als een uitwas van Darwins evolutietheorie. De gedachtegang van dierenrechtenfanatici wordt in één zin door de filosoof –en dierenrechtenactivist– Paul Cliteur geschetst. In zijn boek ”Darwin, dier en recht” (2001) schrijft hij dat de mens „is geschapen uit de dieren.”

Deze opvatting strookt niet met de Bijbelse visie op de mens. Dieren werden geschapen naar hun aard, maar God schiep de mens naar Zijn beeld. De mens heeft daarnaast een eeuwig voortlevende ziel en is een moreel wezen dat eenmaal op zijn daden –ook wat betreft de zorg voor dieren– zal worden afgerekend.


Citaat

Oud-SGP-medewerker Harold Hooglander in partijblad De Banier van 11 oktober 2007: „Als het gaat over dierenrechten in de Grondwet, moet ik altijd denken aan keizer Caligula, die aan het begin van onze jaartelling zijn paard tot consul wilde verheffen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer