De Waarheidsvriend
Hoeveel heeft het Oude Testament te melden over de Heilige Geest die met Pinksteren werd uitgestort? Genoeg, schrijft ds. C. H. Hogendoorn uit Oud-Beijerland in De Waarheidsvriend, weekblad van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland.
„Al in het eerste hoofdstuk van de Schrift is Hij er, zwevend boven het water (Gen. 1:2). Het is de Geest die het volk door de woestijn leidt (Jes. 63:11) en onderwijst (Neh. 9:20). De Geest rust op Eldad en Medad (Num. 11:26) en wordt vaardig over Saul (1 Sam. 10:6). Hij spreekt tot mensen (2 Sam. 23:2). David bidt vurig of de Heilige Geest – na die verschrikkelijke zonde met Bathseba en de moord op Uria – niet weggenomen wordt (Ps. 51:13). Richters die door God geroepen worden, zijn met Zijn Geest bezield (Richt. 3:10). Dan heb ik Aholiab en Bezaleël nog niet eens genoemd. Zij werden vervuld met Gods Geest om allerlei werk met betrekking tot de bouw van de tabernakel te maken (Ex. 31:1-6).
Deze korte en onvolledige opsomming zegt ons meer dan genoeg. Gods Heilige Geest is in het Oude Testament krachtig werkzaam en laat van Zich zien en horen. Het is tegelijk ook duidelijk dat zeker in het begin nog niet zo helder is hoe we ons de Heilige Geest precies moeten voorstellen. Diverse gebezigde uitdrukkingen doen eerder denken aan een kracht dan aan een goddelijke Persoon.
En inderdaad, er is in de Schrift een zekere ontwikkeling. Gaandeweg zien we dat de Heilige Geest meer en meer ‘persoonlijke’ trekken krijgt. Dat is vooral het geval bij de profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël. De laatste twee profeten mogen in de tijd van de ballingschap rijke perspectieven openen. Te midden van de uitzichtloosheid als gevolg van zonde en afval, spreken deze godsgezanten over een (ver)nieuw(d) verbond dat God met Zijn volk oprichten zal, waarbij de Heilige Geest een onmisbare rol zal spelen (Jer. 31:15-36; Ezech. 36:27-33; 37:23-27). Jesaja kondigt dit ook aan, én verbindt de nieuwe toekomst sterk aan de persoon van de Knecht des Heeren.
Ik kom terug op de vraag of er in het Oude Testament sprake is van verwachting van de Heilige Geest. Leefde een godvrezende Jood ook bij die belofte? Het is zaak nu zorgvuldig te formuleren. Enerzijds spreken de profeten dus rijk en heerlijk over het werk van de Heilige Geest in de toekomst. Er staan machtige dingen te gebeuren wanneer de Geest aan het werk gaat.
Echter, het verlangen en het uitzien concentreert zich eerst nog in de persoon en het werk van de Knecht des HEEREN. Hij is de Gezalfde bij uitstek. Gezalfd met vreugdeolie boven Zijn metgezellen (Ps. 45:8). De Heilige Geest laat Zich niet los van Hem verwachten.”