Spies in spagaat om boerka
DEN HAAG – Minister Spies van Binnenlandse Zaken zat dinsdag in een lastig parket. Als kandidaat-lijsttrekker voor het CDA wilde ze het boerkaverbod níét invoeren, maar als minister gaat ze het wetsvoorstel wél verdedigen.
Het kabinet spreekt met één mond. Deze gulden regel in het staatsrecht voorkomt dat bewindslieden hun persoonlijke mening over politieke onderwerpen naar buiten brengen en daarmee het officiële regeringsbeleid onderuithalen.
Hoe nuttig en nodig deze regel is, bewees minister Spies van Binnenlandse Zaken gisteren. Het kabinet-Rutte heeft in april een wetsvoorstel bij de Kamer ingediend om gelaatsbedekkende kleding te verbieden. Maar blijkbaar heeft Spies toch moeite met dit voorstel.
Eind april meldde de bewindsvrouw zich als kandidaat-CDA-lijsttrekker. In dat kader gaf ze een interview aan de Volkskrant waarin ze verklaarde „geen traan te laten” als de Kamer het wetsvoorstel over het boerkaverbod zou afwijzen. De verkiezingsstunt bracht Spies niet de gewenste overwinning. Ze kwam niet verder dan een kleine 4 procent van de stemmen. Van Haersma Buma won de verkiezing.
Minister Spies zit in een spagaat. Als de leden haar tot CDA-leider hadden gekozen, had ze met recht en rede kunnen zeggen dat een meerderheid in de partij voor haar visie was en had ze ook in het kabinet kunnen zeggen dat het CDA het wetsvoorstel over het boerkaverbod niet langer steunt. Nu moet Spies namens het kabinet een wet gaan verdedigen waar ze inhoudelijk niet achter staat.
Volgens de Kamerleden staat de geloofwaardigheid van de minister op het spel. PvdA, SP, D66 en GroenLinks wreven dat gisteren tijdens een ingelast debatje in de Tweede Kamer de minister flink in. Het was pijnlijk voor de minister toen niet alleen VVD-woordvoerder Nieuwenhuis, maar ook CDA-woordvoerder Sterk zeiden dat ze de behandeling van het wetsvoorstel willen doorzetten. „Het CDA is sinds 2005 voor een verbod op gelaatsbedekkende kleding. Dat zijn we nog steeds”, zo stelde Sterk.
Toen stond Spies helemaal alleen. Ze kon alleen maar zeggen dat zij het wetsvoorstel nog steeds „kan en wil” verdedigen.
Spies wilde gisteren niet door het stof gaan. Ze kwam niet verder dan de constatering dat ze de gang van zaken betreurt. Ze dacht dat haar uitspraken wel konden in het publieke debat. Ze concludeerde dat in het publieke debat de rol van minister en kandidaat-lijsttrekker lastig uit elkaar te halen zijn.
GroenLinks-Kamerlid Dibi bood Spies een elegante uitweg met zijn voorstel dat een andere minister de verdediging van de wet voor zijn rekening neemt. De minister wees dat af.
De gulden regel uit het staatsrecht is zo gek nog niet.