Kabinet wacht EU-hof af over internetverdrag
DEN HAAG (ANP) – De Raad van State spreekt zich er niet over uit of een internationaal verdrag voor bescherming van intellectueel eigendom strijdig is met de grondrechten voor burgers. Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken en staatssecretaris Fred Teeven van Justitie hebben dat dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. Zij wachten nu het oordeel van het Europees Hof van Justitie af. Dat buigt zich op verzoek van de Europese Commissie ook over het verdrag.
In de Kamer was onrust ontstaan over het zogeheten ACTA-verdrag, dat gesloten zal worden tussen onder meer de EU-landen, de Verenigde Staten en Japan. Verhagen had het daarom de Raad van State gevraagd er zijn licht over te laten schijnen. Die doet dat echter niet omdat de zaak al bij het EU-hof van Justitie ligt.
Het ACTA-verdrag moet piraterij en namaak tegengaan. Tegenstanders vrezen dat het misbruikt zal worden om mensen van internet te weren die zich hebben schuldig gemaakt aan illegaal downloaden. Verhagen zei in februari in de Kamer dat het verdrag niet verdergaat dan Europese en Nederlandse regels.
In hun brief beloven Verhagen en Teeven de Kamer dat zij geen stappen zullen zetten voordat onomstotelijk vaststaat dat het ACTA-verdrag in lijn is met de grondrechten.