De NMa bevestigt daarmee een eerder oordeel uit 2009, waartegen Sandd bezwaar had gemaakt. De belangrijkste uitdager op de Nederlandse postmarkt meende dat er sprake was van concurrentievervalsing omdat PostNL dochteronderneming Netwerk VSP ‘gratis’ gebruik zou laten maken van zijn eigen netwerk.

Uit onderzoek is evenwel niet gebleken dat dit onder de kostprijs is gebeurd. Bovendien stelt de NMa dat de situatie sinds 2009 is veranderd omdat Netwerk VSP inmiddels is gestopt met het bezorgen van geadresseerde post.

De NMa stelt wel vast dat op de postmarkt mogelijk sprake is van een ongelijk speelveld. PostNL heeft vanuit zijn voormalige monopolie als staatsbedrijf een groot netwerk op kunnen bouwen en kan daardoor tegen lage kosten post verspreiden. Daar staat tegenover dat PostNL, anders dan zijn concurrenten, wettelijk verplicht is zes dagen per week post rond te brengen.

Het mogelijk ongelijke speelveld is volgens de NMa geen situatie waartegen zij op basis van de huidige wetgeving kan optreden. Om problemen op de postmarkt effectiever aan te pakken, heeft de toezichthouder extra bevoegdheden nodig, aldus NMa-voorzitter Chris Fonteijn. Hij is vanaf 2013 voorman van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), waarin de NMa, de post- en telecomwaakhond Opta en de Consumentenautoriteit samengaan.