„Luister goed. U, uw partij en ieder ander persoon zoals u, zal uiteindelijk vernietigd worden. Maar de religie van de islam en de boodschap van de heilige profeet Mohammed (vrede zij met hem) zullen voor altijd blijven.”

Die krasse taal sprak Mirza Masroor Ahmad, geestelijk leider van miljoenen moslims van de oorspronkelijk Pakistaanse Ahmadiyyagemeenschap, vorig jaar oktober uit aan het adres van PVV-leider Wilders. Hij deed dat naar aanleiding van een bezoek aan Nederland.

Wilders was weinig gecharmeerd van de uitlatingen. Hij wilde van toenmalig minister Donner weten wat hij zou doen „tegen deze tot geweld oproepende pseudo-islamitische organisatie.”

Donner was daarover kort: hij was niet van plan welke maatregel dan ook te nemen. De bewindsman verwees naar het vervolg van de uitlatingen van de kalief, die aangaf dat Wilders vernietigd moet worden door Allah daar vurig om te vragen, niet door zelf de wapens op te pakken.

Vandaag bezoekt de in Engeland woonachtige kalief Nederland opnieuw. Opvallend is dat Wilders geen bezwaar heeft gemaakt tegen zijn komst.

Toch lijkt er genoeg aanleiding om te veronderstellen dat de PVV-leider opnieuw onder uit de zak zal krijgen van Masroor Ahmad. De kalief heeft al aangekondigd dat hij vanmiddag in Nunspeet zal spreken over „de groeiende tweedeling in Nederland op basis van etniciteit en godsdienst.”

Voor één ding hoeft Wilders in elk geval niet bang te zijn: dat Masroor Ahmad ditmaal wél tot geweld aan Wilders’ adres zal oproepen. Daarop zijn de kaliefen van de Ahmadiyya­gemeenschap (Masroor Ahmad is de vijfde) nog nooit te betrappen geweest.

Geweldloosheid is juist een kernbegrip waarmee de geloofsgemeenschap zich graag afficheert. ”Liefde voor iedereen, haat voor niemand”, luidt de lijfspreuk van de Ahmadi’s.

Met die opvallende slogan hebben de Ahmadiyyamoslims zich behoorlijk buiten de gevestigde islamitische orde geplaatst. Maar meer nog hebben ze dat gedaan door hun afwijkende geloofsopvattingen: ze zijn er vast van overtuigd dat hun stichter, Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908) de messias en verlosser –mahdi– is die moslims aan het einde der tijden verwachten. Ghulam Ahmad is zelfs zó belangrijk dat hij als opvolger van Mohammed gezien moet worden.

Die opvatting geldt voor meer traditionele moslims logischerwijze als vloeken in de moskee. Ze hebben dan ook korte metten gemaakt met de volgelingen van Ghulam Ahmad.

In Pakistan zijn wetten uitgevaardigd waarmee de Ahmadi-moslims vervolgd worden. In 1974 werden ze door de Pakistaanse overheid officieel tot niet-moslims verklaard, wat voor de zekerheid zelfs in de grondwet van Pakistan werd verankerd.

In Nederland is de Ahmadiyya­gemeenschap volkomen vrij. Desondanks blijft het aantal volgelingen hier klein: naar schatting bedraagt hun aantal rond de 2000.