Donner erkent problemen aanpak dierenactivisten
Het is voor politie en justitie uiterst lastig gebleken om dierenrechtenactivisten aan te pakken. Doordat ze doorgaans in cellen werken die onderling niets van elkaar weten, is het erg moeilijk om verbanden te leggen tussen activisten en aanslagen. Dat schrijft minister Donner woensdag aan de Tweede Kamer. Hij reageert hiermee op vragen van enkele CDA’ers.
De recente aanslagen door dierenrechtenactivisten hebben hoge prioriteit bij de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Er wordt informatie uitgewisseld tussen korpsen, en ook internationaal. De Nationale Recherche is ermee bezig, en er lopen op dit moment vier onderzoeken naar recente incidenten, aldus de bewindsman.
Het blijft echter moeilijk er een vinger achter te krijgen. Bij eerdere golven van dierenrechtenactivisme is gebleken dat het zelden tot een aanhouding komt omdat de activisten in „zeer gesloten", kleine cellen georganiseerd zijn. Deze cellen communiceren nauwelijks met elkaar en gebruiken „eenvoudige middelen die weinig menskracht vergen". Hierdoor is het lang niet altijd mogelijk om verdachten in verband te brengen met incidenten.
In haar jaarverslag over 2002 constateerde de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) een toename van het aantal gewelddadige acties door deze groepen. De dienst noemt dit „zorgwekkend".