Commentaar: Media blijven bevooroordeeld over geloof en kerk
Tussen media en religie, pers en kerk bestaat al jaren een spannende verhouding. Hadden de grote kerken in het midden van de vorige eeuw via de verzuilde omroepen nog behoorlijk invloed op uitzendingen, met de opkomst van de secularisatie na 1960 veranderde dat snel.
De band tussen media en kerken werd sindsdien losser en het geloof werd in toenemende mate onderwerp van kritiek en spot. In de laatste decennia van de twintigste eeuw nam de belangstelling voor geloof langzamerhand af. Kerkelijke ontwikkelingen kwamen in de seculiere media nauwelijks meer aan de orde. Het geloof had afgedaan.
Met deze afnemende interesse taande ook de kennis van kerk, religie en geloof. Christenen zitten vaak met gekrulde tenen als ze zien welke absurditeiten en bizarre fouten er in de media gemaakt worden in berichten en reportages over kerk of geloof. Uit een soort gemakzucht maken journalisten dan vaak al snel gebruik van stereotypen. Dat doet zich niet alleen voor bij kranten of omroepen die zich kenmerken door sensationele berichtgeving, maar ook bij media die er prat op gaan kwaliteitsjournalistiek te leveren.
De laatste jaren lijken seculiere media zich weer bewust te worden van het belang van kennis van de religieuze kaart van ons land. Dat komt niet zozeer door een herleving van het christelijk geloof, maar vooral door de toenemende betekenis van niet-westerse godsdiensten, in het bijzonder de islam. De aanslagen van 11 september 2001 zijn ook in dit opzicht een keerpunt.
Bovendien hebben media naar hun aard altijd belangstelling voor alles wat afwijkt van het maatschappelijk gangbare. Zo zal naarmate er steeds minder christenen zijn de interesse voor het christendom toenemen. Overtuigde gelovigen worden immers in toenemende mate als exoten gezien.
De toegenomen belangstelling biedt kerken en christenen zeker kansen. Meer dan vroeger worden zij bevraagd. En welke christen zou niet bereid zijn om rekenschap te geven van zijn diepste overtuiging?
Toch moeten de verwachtingen niet te hoog gespannen zijn. Seculiere media zijn vaak maar matig geïnteresseerd in de werkelijke motieven en de diepste intenties. Oud-NOS-hoofdredacteur Laroes zei gisteren weliswaar dat journalisten tegenwoordig meer van meningen dan van feiten houden, maar hij maakte daarbij wel een duidelijke kanttekening. Hij wil niet de religie van de ander „ingetrokken worden.” Van ”zieltjes winnen” moet hij niets hebben. Probleem is echter dat zodra een christen op bewogen wijze duidelijk wil maken een woord voor de wereld te hebben en dat het hem gaat om het heil in Jezus Christus, zoiets in seculiere media al snel wordt uitgelegd als ontoelaatbare zendingsdrang. De recente uitzending van Nieuwsuur over de SGP-achterban is daar een voorbeeld van. Positieve opmerkingen over het geloof, die wel waren gemaakt, werden eruit geknipt. Argument van de programmamakers: Er kwam niemand aan het woord die tegengas gaf. Zo knevelen media het christelijk getuigenis en komen de echte drijfveren van christenen niet in beeld.