„Zonder kroongetuige geen liquidatiezaak”
AMSTERDAM (ANP) - Kroongetuige Peter la S. is „onontbeerlijk'' geweest in de zaak tegen elf verdachten die terechtsstaan in het Amsterdamse liquidatieproces Passage. Andere mogelijkheden om moorden in het criminele milieu tot een oplossing te brengen zijn ,,ontoereikend”, zei officier van justitie Betty Wind maandag in de inleiding van het requisitoir in het monsterproces.
Dit requisitoir, waarin Wind en haar collega’s het definitieve bewijs in de zaak uiteen zullen zetten en strafeisen zullen formuleren, zal zes dagen in beslag nemen.
La S. meldde zich in 2006 bij politie en justitie, als spijtoptant. Hij kon verklaringen afleggen over een reeks moordpartijen, waarbij in totaal elf slachtoffers waren gevallen. Voor het onderzoek Passage selecteerde justitie vijf zaken waarin vervolging kansrijk werd geacht.
Politie en justitie waren er zeer op gebrand om iets tegen het verschijnsel criminele afrekening te ondernemen. Vooral in Amsterdam vond dit soort moorden met een (te) grote regelmaat plaats. De autoriteiten leken machteloos, er was vrijwel nooit genoeg bewijs voor een veroordeling, aldus Wind, terwijl de criminelen een aura van onaantastbaarheid hadden.
Zonder kroongetuige La S. was het nooit gelukt om genoeg inzicht te krijgen in de groep die achter diverse liquidaties zou zitten, aldus de officier. Criminele afrekeningen zijn lastig voor de recherche, zette Wind uiteen: ze worden professioneel uitgevoerd, de daders laten zelden bruikbare sporen achter. Slachtoffers zijn vaak zelf acief in de misdaad; hun kring kiest er nogal eens voor de eigen problemen op te lossen. De bereidheid om verklaringen af te leggen is veelal gering. En het criminele milieu weet hoe het zich uit het vizier van de politie moet houden.
Het Openbaar Ministerie zal pas op vrijdag 25 mei met de strafeisen tegen de Passageverdachten komen.