Jubileumboek over 500-jarige Dorpskerk Barendrecht
De hervormde Dorpskerk in Barendrecht bestaat 500 jaar. Ter gelegenheid van het jubileum, deze maand, kwam een gedenkboek uit: ”Vijf eeuwen Dorpskerk. Oudste monument in het hart van Barendrecht”.
Kees Hoek, die veertig jaar koster was van de hervormde Dorpskerk in Barendrecht, schatte aan het eind van zijn loopbaan dat hij de uit 1512 daterende grote klok (560 kilo) 20.000 keer had geluid, bij kerkdiensten, rouwdiensten, feestelijkheden en dagelijks ’s ochtends en ’s avonds. Hoewel de klok onder de bescherming van de rijksdienst voor de monumenten viel, werd hij, samen met de kleinere, op 25 juni 1943 door de Duitsers omlaaggehaald om omgesmolten te worden tot munitie.
Schipper Jan van Dijk weigerde het transport (in totaal 318 klokken) uit te voeren. Door toedoen van een ”surrogaatschipper” is het schip bij Urk gezonken. In 1945 wist koster Hoek de grote klok in Amsterdam terug te vinden. In het regionale weekblad De Schakel verscheen toen een vijftienstrofig gedicht over Hoek en zijn vondst. De laatste strofe luidt:
Zestienduizend keren
had Hoek de klok geluid.
Hij laat zijn klok nú juichen:
„De moffen zijn eruit!”
Het is een van de vele wetenswaardigheden uit het fraaie boek ”Vijf eeuwen Dorpskerk. Oudste monument in het hart van Barendrecht”. Een van de hoofdstukken heeft als titel: ”Het was niet altijd pais en vree in hervormd Barendrecht”. Al in het begin zat het niet mee. De eerste predikant was Michiel Egidii, een monnik uit het naburige Kijfhoek die tot de Reformatie was overgegaan. Deze ontmoette bezwaren bij de classis omdat hij zijn bevoegdheid niet had kunnen aantonen. In de gemeente werd hij beschreven als „wolf in schaapskleren” en „verscheurder der kerkcke Gods.” Voordat er maatregelen tegen deze ‘pseudopredikant’ waren genomen, vertrok hij naar Heerjansdam, waar hij ook niet welkom was.
Ook met de tweede dominee, Johannes Gerardi, kon men in Barendrecht niet door één deur, zodat hij binnen een jaar al vertrok naar Ouderkerk aan den IJssel, nog voordat de classis de overplaatsing had geregeld. De classis eiste van hem publieke schuldbelijdenis bij de bevestiging van zijn opvolger, ds. Lambertus Bracht. Deze overleed binnen een jaar.
Doopformulier
In vogelvlucht passeren de opeenvolgende predikanten de revue. Tussen 1606 en 1771 gaven zeven dominees zichzelf een Latijns klinkende naam (Abrahamus Costerus bijvoorbeeld). Tijdens de bediening van de ”moderne” ds. Wilhelmus van Gulpen gingen dertig gemeenteleden mee met de Afscheiding. Er volgden nog drie ”moderne” voorgangers: Mari Johan Mees (1870-1877), Willem Hendrik Kosters (1877-1880) en Markus Jan Adriani (1881-1883).
Adriani doopte niet ”in” maar ”tot” de naam des Vaders en las het doopformulier niet voor. In zijn tijd ging de kerkenraad onder leiding van de dorpssmid om en kwam de strenge rechtzinnige ds. Foppe Fortuin in Barendrecht. Hij had het beroep aangenomen omdat „voor meer dan honderd jaar de rechtzinnige leer in Barendrecht niet was gehoord, het brutaalste modernisme gaf er de toon aan.” Intussen ging hij doleren. Het aantal zielen van de hervormde gemeente nam af van 2700 naar 925.
Daarna kreeg Barendrecht ds. Martinus Beversluis, die als orthodox te boek stond maar spiritist bleek te zijn. Hij preekte ten slotte voor een bijna lege kerk. Dat was niet zo, zei het volk spottend. „Zijn kerk zit vol geesten, maar die zien wij niet.”
Een interne splitsing voltrok zich vervolgens in de jaren vijftig, toen onder leiding van kruidenier Piet Vermaat zestig gemeenteleden een hervormd-gereformeerde evangelisatie vormden, die later uitgroeide tot de huidige buitengewone wijkgemeente en nog weer later ook haar tol betaalde aan de kerkscheuring in 2004.
Openhartig
Uit het bovenstaande mag blijken dat het boek een eerlijk boek is. Door scheidingen, het lange tijd dominerende modernisme en interne geschillen heen is de Dorpskerk een opgericht teken geweest. Eerlijk worden de huidige ontwikkelingen ook benoemd. Eind 2010 telde de Dorpskerkgemeente 3383 leden, (1078 lidmaten en 2305 doopleden), in 1987 was het ledental nog 4052 (1124 lidmaten en 2928 doopleden).
De auteur schrijft: „Deze cijfers tonen aan dat aanpassingen en vernieuwingen van de zondagse diensten niet voldoende aanspreken om de omvang van de gemeente en het kerkbezoek te stabiliseren.” In dat verband noemt hij ook openhartig de ontwikkeling ten tijde van de ds. Ph. van Wijk, die er in 2006 predikant werd. Hij raakte sterk geboeid door de liturgische beweging, hetgeen in de gemeente niet in goede aarde viel. Hij legde zijn ambt neer omdat hij „zich niet meer veilig voelde in de gemeente.” Aan het eind van het boek schrijft hij nochtans een ”dankjewel” aan die oude gothische kerk.
Bovenstaande is een greep uit dit lijvige, breed gedocumenteerde en fraai geïllustreerde boek. Het bevat bijvoorbeeld ook het hoofdstuk ”Vijf eeuwen zang en orgelspel in de oude Dorpskerk”, een hoofdstuk over de watertoren en de Dorpskerk die bij elkaar horen, en korte verhalen over vijftien andere historische kerken op het eiland IJsselmonde.
Energiezuinige verlichting
Vandaag is de kerk meer dan bedehuis, ze speelt ook een rol in het culturele en sociale leven. Derhalve schonk de Vereniging Dorpskerk Oud-Barendrecht de Dorpskerkgemeente energiezuinige verlichting die de kerk en de watertoren ’s avonds „in zachte, sfeervolle pastelkleuren zet.” Burgemeester Van Belzen ontstak de verlichting.
Hulde aan de samenstellers van dit boeiende historische document.
Boekgegevens
”Vijf eeuwen Dorpskerk. Oudste monument in het hart van Barendrecht”, door Kees Brinkman, Bram Oosterwijk, Wim de Regt (red.); uitg. Coolegem Media Rotterdam, 2012; ISBN 978 94 91354 08 3; 327 blz.; € 35,-.