’Brak kwelwater komt dagelijks binnen’
In grote delen van West-Nederland kwelt brak grondwater continu in de laaggelegen poldergebieden op. Het zout komt daar ook in de sloten terecht. De gevolgen hiervan zijn veel groter en langduriger dan het tijdelijk inlaten van brak water tijdens deze droge zomer.
Dat stelt geohydroloog V. Post van de Vrije Universiteit die binnenkort op de verziltingsgeschiedenis van het Nederlandse kustgebied promoveert. Hij voegt daar wel nadrukkelijk aan toe dat in de gebieden waar recent zout water is ingelaten de natuurlijke verzilting minder sterk is. Daardoor leiden deze maatregelen lokaal tot overlast voor onder meer kwekers en tuinders. Maar op zich is er niets onnatuurlijk aan brak grondwater in laag Nederland, zegt Post.
Tijdens de laatste ijstijd stond de zeespiegel tientallen meters lager dan nu. Ongeveer 10.000 jaar geleden begon de temperatuur te stijgen. De ijskappen smolten, de zeespiegel steeg en het grootste deel van de huidige kustprovincies overstroomden. Tot op dat moment was het grondwater daar nog zoet.
Het zeewater, dat door zijn hoge zoutgehalte zwaarder was dan zoet water, zakte de bodem in. De zandige Nederlandse ondergrond zoog het snel op: binnen tientallen tot honderden jaren werden de watervoerende lagen van de bodem tot op honderden meters diep verzilt.
Inmiddels is de zee teruggedrongen door natuurlijke kustaangroei en kunstmatige landaanwinning. Het zoute grondwater bleef echter in de ondergrond achter. Daar komt nog bij dat de polders door hun ligging onder de zeespiegel, zeewater uit de Noordzee aantrekken.
Volgens Post veroorzaakt dat een continu proces van opkomend brak kwelwater Bij droog en warm weer is dat meer dan anders, omdat er minder zoetwater is om het brakke grondwater terug te dringen. „Het is al duizenden jaren een natuurlijk proces.”