Groen & duurzaamheid

Tientallen steuren uitgezet in de Rijn

Tientallen steuren vinden vanaf deze week een nieuw onderkomen in de Rijn. Het jubilerende Wereld Natuur Fonds zet er woensdag en donderdag in totaal vijftig uit, in samenwerking met een verrassende partner: Sportvisserij Nederland.

Karen Meirik
9 May 2012 19:43Gewijzigd op 14 November 2020 20:59
Foto Bureau Bretagne
Foto Bureau Bretagne

Natuurlijk willen we er op een dag graag op vissen, zegt Niels Brevé, projectleider bij Sportvisserij Nederland. Hij kijkt toe hoe een steur van ruim 2 kilo op de operatietafel ligt, waar hij door zijn collega Gerard de Laak geopereerd wordt. De Laak heeft al bij veel andere vissoorten, waaronder de zalm en de zeeforel, zenders aangebracht om ze na hun uitzetting in Nederlandse wateren te kunnen volgen. Nu is het de beurt aan vijftig Atlantische steuren; sinds de jaren zestig uitgestorven in Nederland en wereldwijd zeldzamer dan de panda.

„Voorlopig is daar geen sprake van; het is streng verboden om te vissen op de steur. Maar er is wel een belangrijke rol voor de visserij weggelegd”, vervolgt Brevé. „Als ze er één per ongeluk vangen, roepen we ze op een foto te maken alvorens de vis zo snel mogelijk, en ongeschonden, op dezelfde plek vrij te laten. Vervolgens kunnen ze aan ons doorgeven hoe laat en waar ze hem gevangen hebben. We willen eigenlijk alles weten wat opvalt, om zo te weten te komen hoe de steuren zich in de Rijn gedragen.”

Daarnaast neemt Sportvisserij Nederland het voortouw in het monitoren van de steuren met behulp van zendertjes. „Bij alle stuwen en sluizen in de Rijn en de Maas liggen kabels”, legt De Laak uit. „Elke zender is geregistreerd. Zwemt een van de vissen langs, dan meldt het systeem dat onmiddellijk. De eigen code wordt gelezen, dus de vis wordt individueel herkend. Rijkswaterstaat volgt de vissen met dit zogenoemde Nedap Tracking System. Hij geeft dan aan ons door waar de steuren zijn.” Op dezelfde manier volgt Sportvisserij Nederland al langer soorten zoals zeeforel, zalm en paling.

Vaak lijken de visserij en natuurbescherming met elkaar op gespannen voet te staan, maar Brevé vindt dat juist vissers een belangrijke rol kunnen en moeten vervullen bij natuurbeheer. „Wie heeft er een probleem als er vissoorten verdwijnen? Juist. Neem alleen al het feit dat er nog maar een twintigtal professionele riviervissers actief is in Nederland.” Volgens Brevé biedt een project als dit hoop voor de toekomst. „Ooit zal er misschien ook in Nederland weer op zalm en steur gevist kunnen worden. Niet in onze generatie, maar dit doe je voor je kinderen.”

„De visserij is inmiddels verduurzaamd, de waterkwaliteit enorm verbeterd. We denken dat de tijd rijp is”, zegt ook Bram Houben van ARK Natuurontwikkeling. Deze organisatie stond aan de wieg van het herintroductieprogramma. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met het onderzoekscentrum Irstea in Frankrijk, waar ze in de jaren tachtig met een kweekprogramma begonnen. Omdat de steur een trekvis is die de zee verlaat om in de rivier te paaien, is kunstmatig kweken lastig. In het kweekcentrum moeten de onderzoekers alles kunstmatig nabootsen: het zoutgehalte van het water, de temperatuur, de stroomsnelheid. Het lukte dan ook pas in de jaren negentig om de Atlantische steur in gevangenschap zich te laten voortplanten. Sinds een paar jaar wordt een deel van de gekweekte steur in het wild uitgezet. Eerst alleen in het stroomgebied van de Dordogne en de Garonne, later ook in de Duitse rivier de Elbe. Nu is de Rijndelta aan de beurt. „Vijftig steuren vormen nog maar een begin, voor herintroductie zijn er duizenden nodig”, zegt Houben. „Maar hiermee hopen we wel aan te tonen dat de Rijn weer geschikt is.”

Brevé wijst op het belang van de nevengeulen, rustiger stromende delen van de rivier naast de grote vaargeul. Ook zijn inmiddels veel van de dammen en stuwen in de Rijn passeerbaar voor vissen. Dergelijke veranderingen zijn van levensbelang voor trekvissen zoals de steur. „Als organisatie voor sportvissers hebben we jarenlang viskwekerijen gehad”, vertelt Brevé. „Daar zijn we in 2005 mee gestopt. Nu werken we vanuit het inzicht dat alvorens je gaat uitzetten, eerst het huis van de vis goed moet zijn. Anders is het dweilen met de kraan open.”

Sinds de jaren tachtig is er hard gewerkt aan de waterkwaliteit van de Rijn en nu zou hij een van de schoonste rivieren van Europa zijn geworden. „Als de Rijn inderdaad klaar is voor de steur, is hij dat ook voor heel veel andere vissoorten, zoals zalm en zeeforel”, zegt Brevé. „Het is de eerste vis die verdwenen is, en nu hopelijk de laatste die we terug moeten brengen.”

Voor Gerard de Laak vormen de steuren die hij bij het kweekcentrum Irstea in Frankrijk onder het mes krijgt de kroon op zijn werk. „Het is de laatste vissoort die nog ontbreekt in het ecosysteem van de Rijn en bovendien is het een koninklijke vis”, zegt hij. Koninklijk omdat het in vroeger tijden gebruikelijk was om een gevangen steur aan te bieden aan de lokale adel, de geestelijkheid en zelfs het koninklijk hof. „Niet alleen vanwege de kaviaar”, zegt Houben. „Ook vanwege het smakelijke vlees.” Maar voorlopig is er alleen ”Kamper steur” (eieren in een mosterdsaus) op de menukaart aan te treffen. Want de echte Sturio is nog zwaarder beschermd dan de zwarte neushoorn.

Dit is het eerste deel van een tweeluik over de herintroductie van de steur. Morgen deel 2.


Herintroductie

Prinses Laurentien zette vandaag samen met enkele Rotterdamse schoolkinderen de eerste drie steuren uit bij eiland Brienenoord. Dit was een feestelijk gebeuren, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het Wereld Natuur Fonds (WNF). Morgen krijgen de overige steuren hun vrijheid bij Millingen. Dit project om de steur te herintroduceren in Nederland werd gelanceerd door ARK Natuurontwikkeling. Het Wereld Natuur Fonds Nederland en Sportvisserij Nederland nemen de kosten –ruim 100.000 euro– gezamenlijk voor hun rekening. Diergaarde Blijdorp werkt mee aan het educatieve gedeelte. Daarnaast was en blijft de hulp van het Franse onderzoekscentrum Irstea onmisbaar.

Na hun vrijlating worden de steuren gevolgd via de zenders, maar de belangrijkste rol is weggelegd voor Nederlandse vissers. Voor de zwaar beschermde steur geldt de regel: per ongeluk vangen is onmiddellijk terugzetten. Maar in dit geval wordt aan zowel de sport- als de beroepsvissers gevraagd om eerst zo veel mogelijk informatie, en liefst een foto, door te geven, mochten ze per ongeluk een steur aan de haak slaan. Beroepsvissers krijgen, als ze dat willen, ook een apparaat (de ”pit-tag reader”) mee, waarmee ze de ”tag” van de vis kunnen lezen. Dat merkje geeft hun unieke code aan, te vergelijken met het registratiesysteem voor katten en honden.

www.steureninnederland.nl

www.sturio.eu

www.sportvisserijenederland.nl


Atlantische steur

De Atlantische steur (Acipenser sturio) is een kraakbeenvis met beenplaten in plaats van graten, net als bijvoorbeeld de haai (hoewel geen familie). De Sturio is een trekvis die een deel van zijn leven in zoet en een deel in zout water doorbrengt. Als een stofzuiger gaat hij over de bodem op zoek naar eten: krabbetjes, wormen, schelpdieren en kleine visjes. De steur is een beschermde diersoort, meer bedreigd dan bijvoorbeeld de zwarte neushoorn of de reuzenpanda.

De steur kent 27 ondersoorten. Een van de grootste is de Kaspische (Huso huso), beter bekend als de Beluga en beroemd om de kaviaar. Toch gaan ook van andere steursoorten de eitjes als ”zwart goud” over de toonbank. In 2006 is de handel in wilde kaviaar door de Verenigde Naties verboden. Met name in Oost-Europa, maar sinds kort ook in Nederland, worden speciaal steuren gekweekt voor de kaviaarproductie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer