„Dakakker heeft meer voordelen dan eigen groente en fruit”
Frambozen, aardbeien, bieslook. Deze zomer kunnen mensen uit een Rotterdamse kantorencomplex hun boterham beleggen met verse vruchten uit eigen tuin. De tuin op het dak.
Kantorengebouw het Schieblock staat op de nominatie om gesloopt te worden. De betonnen kolos op zo’n 500 meter van het Centraal Station moest plaatsmaken voor chique nieuwbouw. De economische crisis gooide echter roet in het eten.
Antikraakhuurder ZUS Architecten kwam met het plan om het in 1959 gebouwde complex te gaan gebruiken als een stadslaboratorium voor alternatieve ontwikkelingen. Stedenbouwkundigen, wetenschappers, bedrijven, ontwikkelaars en lokale besturen werken gezamenlijk aan strategieën om het hart van de Maasstad te herontwikkelen.
Een van de proefprojecten is de Luchtsingel, een voetgangersverbinding vanaf het centraal station naar woonwijk de Hofbogen. De Luchtsingel gaat nu dwars door het Schieblock heen, er is als het ware een tunnel door het gebouw gehakt. Later volgt er een voetgangersbrug over de Schiekade heen.
Wouter Bauman van het Rotterdams Milieucentrum (RMC) –dat ook in het Schieblock gevestigd is– hoopt echter dat de voetgangers in het gebouw de trap of de lift naar boven nemen. Want op het dak van het zes verdiepingen tellende gebouw heeft het centrum een zogeheten dakakker aangelegd: een groentetuin van 800 vierkante meter groot.
„Uniek in Nederland, en misschien ook wel in Europa”, zegt Bauman. „Natuurlijk zijn er her en der in Nederland wel daktuinen, maar niet van deze omvang.” Er is dan ook heel wat water door de Nieuwe Maas gestroomd voordat de dakakker was gerealiseerd.
Allereerst waren er vergunningen nodig van brandweer en gemeente. Als er groepen mensen op een 23 meter hoog gebouw rondlopen, gelden daar strenge veiligheidseisen. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat mensen over de rand vallen? Binder Groenprojecten uit Portugaal ontwikkelde hoge plantenbakken van een soort piepschuim. Gevuld met aarde vormen deze bakken een stevige reling.
Gewicht is een andere factor waarmee rekening moest worden gehouden. „Uit berekeningen bleek dat het dak 200 kilo per vierkante meter kon houden”, zegt Bauman. Het RMC gebruikte geen potgrond, want dat zou eenmaal met water verzadigd veel te zwaar zijn. Een substraat met daarin lava-achtige korrels weegt veel minder en wordt ook gebruikt bij grote daktuinen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Onder de substraatlaag kwamen verschillende matten, waaronder één voor drainage en één voor de bescherming van het dak.
De complete aanleg van de 800 vierkante meter groentetuin kostte volgens Bauman 150.000 euro. Dat dit bedrag met de verkoop van groente en fruit niet zomaar terugverdiend zal zijn, beseft Bauman ook wel. „Dat is ook niet het hoofddoel. We hopen dat de dakakker een inspiratiebron is voor de eigenaren van de andere 35.000 vierkante meter plat dak in Rotterdam.”
Volgens de enthousiaste Bauman biedt een dakakker veel voordelen. „Het vermindert het aantal voedselkilometers: de afstand die groente en fruit moeten afleggen voordat ze bij de gebruiker zijn. Waarom zou je een plantje als munt uit Marokko moeten laten komen als je het gewoon op je eigen dak kunt laten groeien?”
Het vele fijnstof dat in hartje Rotterdam vrijkomt, is volgens de medewerker van het milieucentrum geen probleem. „Gewoon de groente goed wassen, dan spoel je het er zo af.” Annette Pronk van het Plant Research International in Wageningen bevestigt dat. „In het algemeen vangen gewassen weinig vuile stoffen uit het verkeer af, zodat die bij eten ook niet in grote hoeveelheden worden gegeten.”
De dakmoestuinen dragen volgens Pronk dan ook niet of nauwelijks bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit. „Uit wetenschappelijke publicaties uit de VS zou de concentratie fijnstof in de lucht door het aanleggen van daktuinen met maximaal 2 procent kunnen verbeteren. Dit is echter met metingen niet aan te tonen en deze studies houden geen rekening met effecten op de windsnelheid, zodat er enige bedenkingen bij deze berekeningen moeten worden geplaatst.”
Wel is zeker dat een groen dak er voor zorgt dat er veel minder regenwater hoeft te worden afgevoerd naar het riool. Bauman van het RMC: „De planten en struiken gebruiken er veel van, alleen het teveel wordt via de drainaigematten afgevoerd naar de regenpijp.” De substraatlaag werkt bovendien als isolatie. „De airco heeft ’s zomers minder werk en dat geldt ’s winters voor de verwarming.”
Als er meer groene daken in het centrum van Rotterdam zouden komen, zou volgens Bauman het hitte-eilandeffect ook minder groot zijn. „Wanneer de zon ’s zomers alle dagen op die platte, zwarte daken staat te bakken, kan de temperatuur in een stad in de zomer wel 5 tot 6 graden hoger zijn dan op het platteland. Groene daken absorberen die warmte en daardoor blijft het koeler. De daken blijven ook langer goed.”
Bewoners van de omliggende flatgebouwen kunnen de dakakker ook waarderen, weet Bauman. „Ze zien een groene tuin, waar regelmatig vrijwilligers aan het werk zijn om onkruid te wieden en te oogsten. Heel wat minder saai dan een zwart, bitumen dak.”
www.milieucentrum.rotterdam.nl
Bauman is hobbyimker en heeft inmiddels twee bijenkasten op het dak geplaatst. „De stad is een goede plek voor de bij, er is een grote diversiteit aan bloeiende planten, struiken en bomen. Veel meer dan op een eentonige akker met hetzelfde gewas.” De bijen kunnen in een omtrek van 3 kilometer van hun standplaats op de dakakker hun voedsel bijeen zoeken. „Als er daar te weinig te vinden, is haal ik gewoon één volk weg.”