De hindoes sloegen mensen die bij de begrafenis aanwezig waren in elkaar, onder wie ouderen en kinderen. Sommige slachtoffers raakten daarbij bewuste­loos. Het ging om de begrafenis van de 31-jarige Jaikant Pawar. Hij leed aan astma en overleed op 20 april. Drie jaar geleden waren de hindoe Pawar en zijn vrouw overgegaan tot het christelijk geloof.

Toen de circa 40 treurenden Pawars lichaam naar zijn laatste rustplaats wilden brengen, werd het huis waarin zij verbleven door ongeveer 300 extremistische hindoes omsingeld. Zij bedreigden de aanwezigen en overlaadden hen met hoon en spot vanwege hun geloof in de Heere Jezus. Volgens ooggetuigen dwongen ze de christenen met geweld tot Jezus te bidden of Hij Pawar wilde opwekken.

Vervolgens mishandelden de extremisten de treurenden. Onder de slachtoffers bevonden zich de 60-jarige Ganga Bhai en Suki Bhai en enkele kinderen van rond de 10 jaar. De christen Pyaru Bihari zou 24 uur bewusteloos zijn geweest,

Om 2.00 uur ’s nachts gaven de hindoes de christenen toestemming om hun overleden geloofsgenoot naar het politiebureau in het 10 kilometer verderop gelegen Bande te brengen. Pas op aandringen van de Indiase Evangelische Alliantie begon de politie een onderzoek naar de gebeurtenissen. Tijdens de ondervragingen beschuldigden hindoes de christenen ervan hen te hebben aangevallen.

Keer op keer gedragen extremistische hindoes in India zich gewelddadig tegenover christenen. De ergste onlusten hadden plaats in 2008 in de deelstaat Orissa. Daarbij werden volgens gegevens van de kerken 96 christenen omgebracht. Rond de 50.000 christenen werden uit zo’n 315 dorpen verdreven. Hindoes verwoestten 252 kerken, 4640 huizen en 13 scholen. Van wederopbouw is tot op dit moment geen sprake. Een volkstribunaal stelde vorig jaar vast dat ambtenaren werkeloos toekeken bij het geweld tegen christenen of dat zij de zijde van de daders kozen.

Van de 1,2 miljard inwoners van India is 82 procent hindoe, 12 procent moslim en ten minste 3 procent christen.