Tirannie verdrijven
Psalm 72:4b
„Hij zal de kinderen van de nooddruftige verlossen en de verdrukker verbrijzelen.”
Deze manier van spreken was gebruikelijk onder de Hebreeën, om te zeggen „kinderen der bedrukten” in plaats van „bedrukten.” Omdat de koning de last die God hem opgedragen heeft om de armen te ondersteunen en te beschermen, niet anders kan volbrengen dan door met zijn gezag en sterke hand de bozen ten onder te houden, wordt er niet zonder reden bijgevoegd dat, wanneer de gerechtigheid heerst, de geweldenaars en rovers verslagen zullen worden.
Het zou wel dwaas zijn te wachten totdat zij zich uit eigen beweging verbeteren. Neen, men moet hen bestrijden met het zwaard, opdat hun boosheid en driestheid niet nog meer de overhand nemen. Het is dus noodzakelijk dat de vorst met wijsheid en onversaagdheid de geweldenaars in toom houdt, opdat de goeden en nederigen in hun recht gehandhaafd worden.
Zo zal dan niemand geschikt zijn om het volk te regeren als hij niet geleerd heeft streng te kunnen zijn wanneer dit vereist wordt. Want het kan niet anders of onder een vorst, die week en traag, of liever rekkelijk en lafhartig is, moet wel grote losbandigheid heersen. De voornaamste sieraden der koninklijke waardigheid zijn dat hij zich zacht en menslievend betoont door de armen en ongelukkigen bij te staan, maar streng daarentegen om de driestheid der bozen tegen te gaan.
Johannes Calvijn, predikant te Genève (”Psalmen”, 1557)