Amerikaanse kerk legt boycot op Israëlische bedrijven in Palestijns gebied
TAMPA – De Verenigde Methodistische Kerk (UMC), de grootse protestantse kerk van Amerika, heeft woensdag een oproep gedaan aan „alle volken om de invoer te verbieden van producten die door bedrijven in Israëlische nederzettingen op Palestijns grondgebied zijn gemaakt.”
Op de vierjaarlijkse Algemene Vergadering in Tampa in de staat Florida stemden 558 afgevaardigden voor en 367 afgevaardigden tegen de boycot. De kerk zal verder economische opbloei in de Palestijnse gebieden promoten, zo meldden Amerikaanse media als New York Times.
De Methodistische Kerk heeft na een lang debat besloten om het eigen vermogen in drie Amerikaanse bedrijven vooralsnog niet af te bouwen. Het gaat om Caterpillar, Hewlett-Packard en Motorola Solutions. Volgens voorstanders van de sanctie profiteren de multinationals van de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden.
De Methodistische Kerk telt wereldwijd 12 miljoen leden. In de Verenigde Staten wonen bijna 8 miljoen leden.
Het Israël-Palestina Missienetwerk (IPMN) binnen de Amerikaanse Presbyteriaanse Kerk (PCUSA) heeft verheugd gereageerd op het Israëlstandpunt van de Methodistische Kerk. Het netwerk stemde in 2010 voor een boycot van drie Israëlische bedrijven in gebieden als Oost-Jeruzalem, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.
De Presbyteriaanse Kerk heeft op 30 juni soortgelijke kwesties op de agenda van de Algemene Vergadering staan. De kerk volgt al langer het Israëlische beleid ten opzichte van de Palestijnse gebieden kritisch.
De Evangelisch-Lutherse Kerk in Amerika wees in 2007 en 2011 voorstellen om niet te investeren in Israëlische bedrijven in de Palestijnse gebieden af.