„Wij voelen ons in de steek gelaten”
Zijn gegroefde gelaat vertoont nog meer plooien dan anders. Boomkweker Dick Nieuwesteeg (57) slaapt slecht vanwege het wassende zilte water. „Nog houden ze bij Boskoop de sluis dicht. Maar als die open gaat, en het duurt lang, kan mij dit honderdduizenden euro’s schade opleveren.”
Het water dat door de Gouwe kabbelt, is grauwer dan anders. Sinds donderdagmorgen laat het Hoogheemraadschap van Rijnland acht uur per dag het zoute water van de Hollandsche IJssel doorstromen. De dijken en het land in het veenachtige, haast moerassige achterland dreigen te verzakken, houtrot dreigt toe te slaan in de houten palen onder menig oud gebouw.
De helft van de Boskoopse boomkwekers dreigt de dupe te worden van de inlaat, de andere helft nog niet. Zij bouwden zes jaar geleden op aansporing van het waterschap grote bassins om het water te hergebruiken.
Nieuwesteeg, en met hem honderden andere kwekers, kozen het goedkopere alternatief om de lozing van meststoffen in het oppervlaktewater tegen te gaan: beperking van de uitstroom van bemest water tot een minimum. „Toen hadden zij problemen met het water en voldeden wij aan de eisen. Nu hebben zij de problemen met water en krijgen wij de rekening weer gepresenteerd. Ik vraag me af of ze voldoende alternatieven hebben onderzocht: meer zoet water uit de Oude Rijn, of het Amsterdam-Rijnkanaal. Wij voelen ons in de steek gelaten.”
De Boskoper kweekt potplanten en sierheesters in de volle grond. „Die zullen het nog wel even uithouden.” Hij wijst op een plant waarvan het blad wat bruine randjes vertoont vanwege de droge zomer. „Die kweek ik twee jaar lang. Die heeft nog een jaar om bij te komen.”
Op eenderde van zijn middelgrote perceel van 1500 vierkante meter staan echter potten met sierboompjes voor de particuliere tuin. „Die besproei ik met dit warme weer twee keer per dag. Als het lang duurt met het inlaten van dat zoute water, gaan die zeker kapot.”
De boomkweker houdt een magnolia omhoog. „Die kan erg weinig zout verdragen. Je krijgt eerst bruine randen om het blad heen. Als het nog langer aanhoudt, gaat de plant dood.”
Het zoutgehalte is momenteel in het Boskoopse oppervlaktewater 130 milligram per liter. Gewoonlijk is dat 100 milligram. „Het stijgt al. We krijgen nu een zoutprop binnen en we hebben een aantal zoute wellen in de Middelburgse polder hiernaast. Doordat het hier deze zomer bijna niet heeft geregend, kunnen we die bronnen niet wegdrukken.”
De kritische grens voor tuinders is 150 milligram per liter. De Wageningse universiteit geeft 180 aan voor rododendrons, maar het Hoogheemraadschap accepteert 250 milligram zout per liter. „Die gaan natuurlijk aan de veilige kant zitten, uit angst voor schadeclaims.”
Nieuwesteeg hoopt dat zijn organisaties, de Nederlandse Bond van Boomkwekers en LTO-Nederland, een gezamenlijke schadeclaim gaan indienen. „Het hele gebied heeft een productiewaarde van 250 à 300 miljoen euro. Als het zoute water inderdaad komt, gaat de helft van deze opbrengst verloren. Dan kan ik mijn geplande verdere omslag naar potplanten de eerste jaren wel vergeten.”
Nieuwesteeg vermoedt dat letterlijk vandaag of morgen de Boskoopse sluis opengaat, zodat het brakke Gouwewater het gebied binnendringt. „Het waterpeil is al centimeters gezakt. Collega’s met bassins hebben al zo veel mogelijk zoet water gehamsterd.”
Sommige tuinders zouden al de sloten rond hun bedrijf afdammen om zo het zoute water tegen te houden en het eigen bedrijf te beschermen. Nieuwesteeg reageert voorzichtig. „Dat ligt ingewikkeld. Je zit ook met vaarrechten en zo. Maar vooral: als het waterschap ervan hoort, krijg je die zo op je dak.”
Nieuwesteeg kan geen kant op. Natuurlijk hoopt hij op regen. „Een flinke bui geeft 10 millimeter neerslag, maar dat is niet genoeg. Het moet aanhoudend gaan regenen. Maar dat zit er met het huidige vaste weer nog niet in.”