„De bommen ontploften bij het hoofdkwartier van de inlichtingendienst van de luchtmacht en bij het gebouw van de militaire inlichtingendienst”, zei het hoofd van het Syrische Observatorium voor Mensenrechten vanuit Groot-Brittannië. De staatstelevisie stelde het dodental op acht, onder wie burgers. Velen zouden gewond zijn geraakt door de explosies, die aan „terroristen” werden toegeschreven. Op de televisie waren beelden te zien van bloedsporen op de grond en boze mensen die zich tegen het geweld keerden en hun steun uitspraken voor de regering van president Bashar al-Assad.

De rebellen schenden door de aanslag een wapenstilstand dat door de Verenigde Naties was uitonderhandeld.