Weer of geen weer, Martijn (13) gaat steevast op de fiets naar school. Van zijn woonplaats Overberg naar de Johannes Calvijnschool in Veenendaal is het 
6 kilometer fietsen. En tussen de middag gaat hij thuis eten.

Na de zomervakantie gaat Martijn naar het Van Lodenstein College in Kesteren, 16 kilometer fietsen vanuit Overberg. Maar Martijn ziet er totaal niet tegen op. „Fietsen is mijn hobby”, zegt hij. „Het is gewoon superleuk. Als je op de fiets zit, kun je genieten van de natuur om je heen. Het is elke dag weer anders. Je hebt de seizoenswisselingen, maar soms is er ook gewoon een mooie wolk waar je even naar kunt kijken.”

Voorlopig kan hij nog wel even vooruit met zijn Giant. „Ik heb deze fiets nog niet zo lang. Het zadel staat op z’n laagst en hij is nog heel goed. We hebben hem tweedehands gekocht, maar hij zag er als nieuw uit.”

Inmiddels heeft de fiets wel wat gebruiks­sporen opgelopen. „Afgelopen winter ben ik een paar keer gevallen toen het zo glad was. Daardoor heb ik nu geen bel meer. En ik ben een keertje tegen een paal gereden omdat ik niet goed uit mijn ogen keek.”

Hoe zijn fiets er precies uitziet, kan hem eigenlijk niet zo veel schelen. „Als het maar een mannenfiets is”, lacht hij. „En het belangrijkste is natuurlijk dat je er lekker op kunt fietsen.” Martijn is inmiddels aan zijn fiets gehecht, zegt hij. „Pas ging ik op de fiets van mijn moeder, maar die trapte veel minder fijn. De versnellingen schakelden ook niet zo makkelijk.”

Of Martijn een scooter wil als hij oud genoeg is? „O, daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht. Het gaat wel sneller, maar fietsen is veel gezonder, want daar krijg je een goede conditie van. Een fiets is eigenlijk een soort doe-het-zelfmotor.”