Kerk & religie

„Twijfel over hel is twijfel aan Schriftgezag”

UTRECHT – „Betekent twijfel over het bestaan van de hel ook niet twijfel aan het Schriftgezag?” vroeg een aanwezige donderdagavond in Utrecht, tijdens een debatavond over de werkelijkheid van de hel.

Van een medewerker
27 April 2012 10:09Gewijzigd op 14 November 2020 20:46
Debatavond in Utrecht over de hel. Foto Sjaak Verboom
Debatavond in Utrecht over de hel. Foto Sjaak Verboom

In de Geertekerk kwamen donderdagavond zo’n 200 mensen bijeen tijdens de debatavond ”Is God groter dan de hel?”. Deze was georganiseerd door het Nederlands Dagblad naar aanleiding van het verschijnen van drie boeken over dit thema (zie kader).

Eerst zetten de drie sprekers hun mening uiteen. Godsdienstdocent Johan ter Beek verklaarde dat God door de woorden van Robert Bell tot hem gesproken had en dat hij niet meer gelooft in het oude schema van de hel. Na aandringen van debatleider Andries Knevel zei Ter Beek wel te geloven in een eindoordeel, maar niet in een eeuwigdurende hel. „Uiteindelijk komt het met iedereen goed.”

Ds. Tim Vreugdenhil, vrijgemaakt predikant in Amstelveen, vindt de klassieke voorstelling van hemel en hel niet achterhaald. Wel vroeg hij meer aandacht in de theologie voor „de toegangsdeur: het laatste oordeel.”

Ds. Mirjam Kollenstaart-Muis, protestants predikante in Ottoland, zei te hopen dat er geen hel zou bestaan. Maar op grond van de Bijbelse gegevens concludeerde ze dat er „een oord is waar de oordelen altijd zullen zijn.”

Een aanwezige vroeg zich af of twijfel over de hel ook niet twijfel aan het Schriftgezag betekent. Hij bekende bang te zijn voor de hel en vreesde dat de mensen bezig waren elkaar te misleiden door net te doen alsof het allemaal wel zal meevallen.

Volgens Ter Beek zijn we „de laatste honderd jaar meer te weten gekomen over de Bijbel dan in de eerste 1900 jaar van het christendom. Er is meer kennis van het historisch Jodendom en ook over de tijd van Jezus. We hebben de Bijbel vroeger verkeerd gelezen en moeten een nieuwe visie ontwikkelen.”

Ds. Vreugdenhil vindt het „aanmatigend” om te stellen dat wij het nu beter weten. Hij zei de Bijbel wel anders te lezen dan vroegere generaties misschien deden. De gedachte dat er een hel is, houdt hij echter overeind. „Ik geloof in het laatste oordeel. Er zijn twee mogelijkheden: óf we aanbidden God óf we doen dat niet. De Bijbel laat er geen ruimte voor dat er op het laatste moment iets gebeurt zodat het wordt opgelost.”

Ds. Kollenstaart noemde het „arrogant” om te zeggen dat de Bijbel 1900 jaar lang verkeerd gelezen is. Ze stelde dat de Bijbel duidelijk spreekt over een eeuwigdurende straf. Hoe ze zich de hel precies moet voorstellen, weet ze niet. De predikante meent dat er bij het Bijbelse spreken over de hel –vuur, buitenste duisternis, knersing der tanden– sprake is van beeldtaal. Ze wil overigens de blik niet te veel richten op het hiernamaals, maar meer op het hier en nu en op het leven als volgeling van Jezus.

„Kunnen we de Bijbel dan niet van kaft tot kaft geloven?” vroeg iemand. Ds. Vreugdenhil: „Ik ben beperkt en niet in staat de Bijbel onfeilbaar uit te leggen. Zelfs de kerkvaders voerden verhitte debatten over hemel en hel.” Op de vraag waar de duivel heengaat na het oordeel, antwoordde Ter Beek dat God eenmaal zal afrekenen met de machten die zich tegen Hem keren. „Dan zal het kwaad worden weggedaan en zal er een oordeel komen over de demonische machten.”

Knevel vroeg of God wil dat alle mensen zalig zullen worden. Ds. Kollenstaart en ds. Vreugdenhil zeiden dat het niet gebeurt, omdat God ons een vrije keuze gegeven heeft. Ds. Vreugdenhil vond het debat over de uitverkiezing hier niet op z’n plaats. Ter Beek vond juist dat er sprake is van Gods uitverkiezing en het ingrijpen van God als het eenmaal allemaal goed zal komen.

„Is het rechtvaardig dat God mensen straft voor een verkeerde keuze?” vroeg een jongere. Ds. Kollenstaart: „Dingen die hier niet goed gaan, moeten rechtgezet worden.” Ds. Vreugdenhil: „Er zullen mensen niet komen die denken dat ze er komen, en andere mensen die denken dat ze er niet zullen komen, zullen er wel komen.” „Wie zou er nu kiezen voor de hel als hij weet dat het echt is?” vroeg de jongere. Ds. Vreugdenhil: „Dat is het bizarre. Mensen zoals jij en ik kiezen ervoor.”

Ook de hervormde predikant ds. M. A. van den Berg (Zoetermeer) was aanwezig. „Als de twee wegen uit de Bijbel gehaald worden, verdwijnt de boodschap van Jezus. Er staat ook dat het Sodom en Gomorra in de dag van het oordeel verdraaglijker zal zijn dan Joodse steden. Het is opvallend dat veel mensen die niets van God willen weten in de hemel geloven, en dat mensen die dicht bij God leven, weten dat het genade is als ze bij Hem mogen komen.”


Dit voorjaar verschenen er drie boeken waarin het gaat over de hel. De bestseller ”Love Wins” van de Amerikaanse theoloog Robert Bell kwam in vertaling uit bij uitgeverij Kok onder de titel ”En de meeste van deze is… liefde. Een eerlijk boek over hemel en hel”. Het boek van Bell, die vraagtekens plaatst bij de werkelijkheid van de hel, daagde twee Amerikaanse theologen uit om eveneens over de hel te publiceren. Mark Galli schreef ”God overwint. Over liefde, hel en hemel” (uitgeverij Vuurbaak), Francis Chan publiceerde ”Bestaat de hel? Een bijbelse verkenning” (uitgeverij Medema).

Naar aanleiding van de publicaties organiseerden de drie uitgeverijen en het Nederlands Dagblad donderdagavond in de Geertekerk in Utrecht de debatavond ”Is God groter dan de hel?”. Drie sprekers debatteerden onder leiding van EO-presentator Andries Knevel. Godsdienstdocent en blogger Johan ter Beek nam het op voor Bell. De vrijgemaakte predikant ds. Tim Vreugdenhil (Amstelveen) verdedigde de positie van Galli. De protestantse predikante ds. Mirjam Kollenstaart-Muis (Ottoland) –zij verving ds. Arenda Haasnoot– koos de partij van Chan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer