„Schade door droogte is ondernemersrisico”
Minister Veerman van Landbouw vindt dat de schade die de land- en tuinbouw ondervindt van de droogte, in beginsel een ondernemersrisico is. „Het is niet de staat die het niet laat regenen”, zo zei de bewindsman vrijdag na afloop van het wekelijkse kabinetsberaad.
Het eerste onderwerp dat vrijdag tijdens de ministerraad aan de orde kwam was de droogte. De bewindslieden hebben elkaar op de hoogte gesteld van de maatregelen die zijn hebben genomen. Zolang de droogte aanhoudt, zal premier Balkenende die wekelijks op de agenda zetten.
Volgens minister Veerman is er vrijdag niet gesproken over de schade die het inlaten van brak water bij Gouda veroorzaakt. De vrees bestaat dat met name de boomkwekerijen in en rond Boskoop binnen enkele weken de gevolgen van de verzilting zullen merken. Veel bomen en planten krijgen door het gebruik van zilt water bruine randen en zijn dan niet meer te verkopen.
Volgens een woordvoerder van de land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland heeft het Rijk echter wel degelijk een verantwoordelijkheid. „Het is de staat die in Gouda de klep openzet. Er is een besluit genomen dat schade aan gewassen veroorzaakt en dat daarom dus een financiële strop voor boeren en tuinders betekent.”
Overigens bestaat er volgens de woordvoerder al een regeling van de waterschappen die boeren en tuinders deels financieel tegemoetkomt als ze nadelige gevolgen ondervinden van slechte waterkwaliteit.
Het kabinet en de Tweede Kamer steunen het besluit van het waterschap Rijnlanden om vanuit de Hollandsche IJssel zilt water in de polders rond Gouda te laten stromen. Als het waterniveau in sloten en vaarten in het veenweidegebied te laag wordt, gaan gebouwen en wegen verzakken. Die verzakkingen herstellen zich niet als het water weer op het normale peil komt.
Minister Veerman noemde het inlaten van brak water vrijdag „een zaak van algemeen maatschappelijk belang.” Volgens premier Balkenende stonden de bestuurders „voor een groot dilemma. Aan de ene kant is het inlaten van zilt water nadelig voor de land- en tuinbouw en aan de andere kant heeft verlaging van het waterpeil enorme gevolgen voor de bebouwing en de infrastructuur.” Volgens Balkenende is er reden tot zorg, maar van een crisissituatie wilde hij niet spreken.
Volgens de premier geeft de droogte alle aanleiding om opnieuw naar het waterbeleid te kijken. De discussie over de aanleg van waterbekkens voor overtollig water is op landelijk niveau in het slop geraakt. Dit najaar zal het kabinet erover gaan debatteren. De waterbekkens kunnen in tijden van droogte dienstdoen als voorraadplaats.
De fracties in de Tweede Kamer staan achter de beslissing van het waterschap Rijnlanden om brak water de polders in te laten stromen. Volgens de CDA’er Van Haersma Buma was het „kiezen tussen twee kwaden.”
De Kamer wijst de kritiek van Staatsbosbeheer af. Een woordvoerder zei donderdag dat waterschappen en overheden het onheil zelf over zich hebben afgeroepen door de maatregelen tegen droogte te vertragen. „We moeten niet zwartepieten. Dit is zeer uitzonderlijk en onvoorstelbaar. We moeten er wel lessen uit trekken”, aldus de PvdA’er Boelhouwer.