Koningin in Rhenen in spoor van Winterkoning
Koning Beatrix treedt maandag tijdens haar bezoek aan Rhenen in koninklijke sporen. Het Utrechtse stadje kende enkele eeuwen geleden een rijk hofleven. Naast de Cunerakerk stond een paleis waar ook de Oranjes graag kwamen.
Rhenen is een klein stadje aan de Rijn. Het ligt in de zuidoostelijke punt van de provincie Utrecht op de helling van de Utrechtse Heuvelrug. Vanaf de rivier lopen straatjes omhoog. Een van die straten is de Rijnstraat. Wie die uitloopt, komt in het hart van het stadje terecht: op de Frederik van de Paltshof, waar de winkels te vinden zijn.
Wie vanaf dat centrale punt via de Hofstraat verder omhoog klimt, komt uit in het Koningin Elisabethplantsoen. Opnieuw een opvallende naam voor een puur Nederlandse plaats.
Dan is er ook nog het plein voor de Cunerakerk: de Koningshof; en buiten Rhenen ligt de Koningstafel. Over welke koning gaat het hier?
Jachtpartij
Rhenen, 1613. Prins Frederik Hendrik, zoon van Willem van Oranje, verblijft in het voormalige agnietenklooster. Het gebouw biedt een aangenaam onderkomen voor de prins en zijn gevolg. Ze jagen op herten in de omgeving van het stadje.
In het gezelschap bevindt zich ook Elizabeth Stuart (1596-1662), de enige dochter van de Engelse koning Jacobus I. De prinses is nog maar zestien. Kort daarvoor is zij in Engeland getrouwd met de eveneens zestienjarige keurvorst Frederik V (1596-1632), paltsgraaf aan de Rijn.
De twee zijn onderweg naar hun nieuwe woonplaats Heidelberg. Onderweg bezoeken ze prins Maurits. Frederik V is immers een zoon van Maurits’ halfzus Louise Juliana van Nassau, de oudste dochter van Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon, en getrouwd met Frederik IV van de Palts. De jachtpartij bij Rhenen is onderdeel van de ontvangst.
Protestanten
Kort daarvoor, in 1609, hebben de Duitse protestantse vorsten zich verenigd in de Protestantse Unie. De keurvorst van de Palts speelt daarbij een belangrijke rol. De unie moet de belangen van de protestantse vorsten binnen het Duitse keizerrijk verdedigen. In 1618 staat het protestantse Bohemen op tegen de keizer. Dan is de jonge Frederik inmiddels vorst geworden, omdat zijn vader is overleden.
Een jaar na de opstand krijgt Frederik V de vraag of hij de koning van Bohemen –een deel van het huidige Tsjechië– wil worden. Hij stemt ermee in. Op 4 november 1619 wordt Frederik gekroond in de Sint-Vituskathedraal in Praag.
De vreugde is van korte duur. De protestantse bondgenoten laten hem in de steek als de keizer met zijn leger optrekt. Op 8 november 1620 worden de troepen van Frederik verslagen en moet hij samen met zijn vrouw vluchten. Ze zijn een jaar koning en koningin geweest. Het echtpaar krijgt de bijnaam Winterkoning en Winterkoningin, omdat ze slechts één winter op de troon hebben gezeten.
Banneling
Bij de Duitse vorsten zijn ze niet meer welkom. Frederik en Elizabeth nemen daarom de wijk naar Den Haag, waar hun oom Maurits stadhouder is. Hun hofleven zetten ze niet op een lager pitje. Ze blijven er aanvankelijk als vorsten leven. De kosten rijzen echter de pan uit.
Vanuit Den Haag maakt het koningspaar regelmatig tochten naar Rhenen om er te jagen. Ze komen er graag, in Den Haag schijnen ze zich te hebben verveeld. Deed het stadje hen denken aan Heidelberg: ook gelegen aan een rivier en op een helling?
In Rhenen laten ze uiteindelijk hun oog vallen op het agnietenklooster. Ze willen er een eigen paleis van maken. De architect Bartholomeus Cornelisz. van Bassen krijgt de opdracht een ontwerp te maken. Hij tekent een paleis in de vorm van een E met een prachtige façade.
Het gebouw moet rond 1630 gereed zijn gekomen. Uit inventarislijsten blijkt dat het paleis in 1632/1633 gevuld is met dure wand- en vloertapijten, bedden en veel schilderijen. Het paleis had verschillende grote vertrekken. De appartementen van de koning en koningin waren waarschijnlijk in het westelijke deel gevestigd. Dat van de koningin boven –zij was van koninklijke afkomst en had dus een hogere status–, dat van de koning beneden.
Het blijft niet bij het paleis, maar er komen ook stallen, een menagerie voor exotische dieren en een tuin bij. En net buiten de stadspoort laat het koninklijk paar een boomgaard aanleggen. Nog steeds zijn de contouren daarvan zichtbaar in de uiterwaarden.
Dood
Frederik kan niet lang van zijn Rhenense onderkomen genieten. Hij reist in 1632 voor onderhandelingen naar Duitsland. Tijdens de reis sterft hij plotseling.
Koningin Elizabeth verblijft ook daarna regelmatig in het Rhenense zomerpaleis. Ze organiseert er grote ontvangsten. Ook de Oranjes doen Rhenen aan. In 1645 verblijft hoogstwaarschijnlijk prins Frederik Hendrik in het Koningshuis, zoals het paleisje later wordt genoemd. Het staat niet zwart op wit, maar de aanwezigheid van zijn persoonlijk secretaris, Constantijn Huygens, duidt er wel op.
Elizabeths kas wordt de jaren daarna leger. Haar zoon haalt een deel van de inventaris van het paleis weg om het te gebruiken voor zijn hof in Heidelberg. In 1653 klaagt Elizabeth dat de toestand van het Rhenense paleis slecht is. In 1661 vertrekt ze definitief naar Engeland. Een jaar later overlijdt ze er.
Het paleisje komt nu officieel in handen van haar zoon, Karl Ludwig, en later in die van zijn zus Sophie. Het gebouw wordt al snel een blok aan het been van de Van de Palts. Vanwege een regel in het oude koopcontract moet de familie bij verkoop eerst nog 10.000 gulden aan de Staten van Utrecht betalen. Dat heeft ze er niet voor over.
Het paleis blijft in bezit, maar raakt steeds meer in verval. In 1812 wordt het gebouw geveild en uiteindelijk afgebroken. Alleen straatnamen en een paar sierstenen herinneren nog aan de mooie episode in de Rhenense geschiedenis.
Achterkleinzoon
Het paleis van koning Frederik van de Palts bestaat niet meer. Een aantal leden van de actieve Historische Vereniging Oudheidkamer Rhenen (HVOR) heeft het fraaie onderkomen echter ‘herbouwd’. Virtueel. Op de website stadrhenen.nl is het mogelijk op bezoek te gaan bij de koning en koningin en door de kamers van hun paleisje te dwalen. Een aantal vertrekken is aangekleed met meubels, schilderijen en tapijten. Ook de tuinen rond het monumentale pand zijn aangelegd.
De leden van de HVOR gebruikten voor de levensechte reconstructie een reeks bewaard gebleven bouwtekeningen, inventarislijsten en afbeeldingen. Veel van dit materiaal is te vinden in een beeldbank op de site.
De reconstructie op de website geeft een goed beeld van de situatie van toen. Over verschillende objecten –zoals schilderijen– is met één muisklik extra informatie te krijgen. Om het Koningshuis te bekijken moet een hulpprogramma worden gedownload.
De historische vereniging had de koninklijke familie tijdens het bezoek aan Rhenen maandag graag iets van de virtuele reconstructie willen laten zien. Om onduidelijke redenen krijgen zij daar de gelegenheid niet voor.
Paleisbezoek
Was de Winterkoning, Frederik V (1596-1632), familie van de opdrachtgever van de Heidelberger Catechismus?
Frederik V was een zoon van Frederik IV (1574-1610) en Louise Juliana van Nassau (1576-1644).
Frederik IV was op zijn beurt een zoon van Lodewijk VI van de Palts (1539-1583). In tegenstelling tot zijn gereformeerde vader, Frederik III, was Lodewijk lutheraan. Hij veranderde de koers van de universiteit van Heidelberg in die richting.
Zijn vader Frederik III van de Palts (1515-1576), bijgenaamd de Vrome, was een overtuigd aanhanger van de Reformatie. Die is de opdrachtgever voor de samenstelling van de zogeheten Heidelberger Catechismus (1563).
Kortom, de Winterkoning was een achterkleinzoon van de bekende Frederik III.