Kerk & religie

Otten: Geloof heb ik niet zelf bedacht

GRONINGEN – „Jezus sprak niet voor niets in gelijkenissen, in plaats van in theologische of filosofische begrippen. Het liefst vertel ik een verhaal. Door middel van scènes kan ik duidelijk maken wat ik redenerend en theologiserend niet voor elkaar krijg.”

Van een medewerker
25 April 2012 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 20:43

Dat zei Willem Jan Otten disndag tijdens een publieksavond, georganiseerd door de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. De schrijver-dichter sprak voor meer dan tachtig belangstellenden over zijn boek ”De vlek, een ver­telling”, dat vorig jaar verscheen.

De vraag waarmee de avond was aangekondigd, luidde: ”Kan literatuur zonder religie?” Otten, die onder andere bekroond is met de Constantijn Huygensprijs en de Libris Literatuur Prijs, ging in 1999 over tot het rooms-katholieke geloof.

De schrijver-dichter begon de avond met het uiteenzetten van de hoofdlijn van zijn boek. Het motto van ”De vlek” is plaatsvervanging of plaatsbekleding. De publicatie is het beste te karakteriseren als een roman in dichtvorm. In 45 korte en langere gedichten wordt het verhaal verteld van een man, Abel, die in het ziekenhuis te horen krijgt dat hij een vlek op zijn longen heeft. Een paar dagen later blijkt dat de röntgenfoto van deze man verwisseld is, en dat de röntgenfoto met de vlek van iemand anders blijkt te zijn: een priester. „Wanneer de priester dit verneemt, verandert hij als het ware van ziel. Hij neemt de dood van Abel over.”

Pascal minus God

De auteur kwam echter niet alleen om over zijn boek te spreken, maar ook over zijn bekering en zijn schrijverschap. Hij deed dit aan de hand van een gedicht van de Spaanse dichter Jorge Luis Borges, dat hij in zijn geheel voordroeg. Jezus wordt hierin beschreven als iemand zonder kennis of hoop op de opstanding. „Het beeld wordt door hem veranderd. Jezus richt Zich in dit gedicht niet tot de Vader. Er is geen uitzicht op Pasen.” Volgens Otten, die Borges stilistisch als zijn voorbeeld en leermeester beschouwt, kan dit goede literatuur opleveren, hoewel een gelovige niet in het gedicht gelooft.

Otten verduidelijkte dit aan de hand van een voorbeeld uit zijn studietijd. „Ik las Pascal minus Christus en minus God. Ik las Hem als een filosoof die ons de nietigheid van het bestaan inpepert, in plaats van als een Godzoeker.”

Na de pauze werd de auteur geïnterviewd, na vertoning van een fragment uit de Italiaanse film ”Il vangelo secondo Matteo” (Het evangelie volgens Mattheüs) van Pasolini uit 1964 waarin de kruisiging van Jezus te zien is.

Hoewel Otten verhalen en beelden zoals die worden gebruikt in toneel en film uitermate geschikt acht om iets duidelijk te maken, voelde hij zich desgevraagd „in verweer” komen na het herzien van de beelden. „Ik voel me spartelen. Je zet je schrap omdat je weet wat er gaat komen. Bovendien 
is het verwarrend voor de kijkers wanneer er onder zo’n verschrikkelijke gebeurtenis zulke schitterende muziek is gezet.”

Al snel verplaatste het gesprek zich naar de bekering van Otten. „De kern is dat het verhaal van Pasen waar voor me werd. Op dat moment dacht ik dat 
het een grote breuk in mijn leven betekende. Nu, na dertien jaar, weet ik dat niet meer zo 
zeker. Het zoeken is niet opgeheven na de kerstening. Het 
geloof is namelijk nooit een 
bezit, het gaat gepaard met twijfel en komt zelfs op uit de twijfel.”

Lijdende vorm

Toch was het belangrijk voor Otten om zich aan te sluiten bij de kerk en zich te laten dopen. „Hier kon ik aan godsdienstoefening doen en dus mijn geloof verdiepen. In de liturgie kan ik beleven wat ik geloof. Ik wist dat ik niet verder kon komen als ik niet op de knieën ging.”

Vanuit de zaal merkte iemand op dat Otten zei dat het geloof hem is „geworden.” Hij vroeg zich af wat de auteur daarmee bedoelde.

Dit bleek een aangelegen punt voor Otten. „De lijdende vorm die ik hier gebruik wil zeggen dat het geloof niet iets is wat ik zelf bedacht heb. Het christelijk geloof is ook geen verhaal dat ik kon bedenken. Het werkt tegen je wil en je hebt liever dat het anders werkt. Het christelijk verhaal is geen modern verhaal over oplossingen en succes zoals wij dat tegenwoordig graag horen.”

Het begrip verhaal was de rode draad in het betoog van Otten. „Mijn leven is door bekering een verhaal geworden. Het grote verhaal van Pasen heeft mijn verhaal opgenomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer