Als u naar de kerk gaat, kunt u zich afvragen: Wat wil die predikant toch van ons hebben? Het antwoord zal hij u zeggen: „Gelooft in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden.” Dit is het doel van het Evangelie, alsook het enige middel tot uw behoud. Indien u dat doel niet bereikt, blijft u in uw doemwaardige staat.Vindt u dit een vreemde en harde zaak? Nochtans is dit alleen wat wij van u begeren, dat u uw zonden voor God mocht belijden en dat uw mond voor God gestopt wordt en dat u tot Christus zou vluchten. Wij bidden u: Kus de Zoon, doe de deuren van uw hart open en laat Christus, de Koning der ere, ingaan. O, sta uzelf toch niet in de weg.

U zult mij vragen: Wat is de oorzaak waarom er zo weinigen het Evangelie geloven? De krachtige prediking van het Evangelie gaat doorgaans met zo weinig vrucht gepaard, ook in de dagen van Jesaja. Daarom roept hij het in onze tekst uit. Indien het nu zo was in de tijd van Jesaja en in het Nieuwe Testament, in de tijd van onze Zaligmaker, Die met zulk een kracht en gezag gesproken hebben, dan is er voor ons zeker reden om te onderzoeken waarom er zo weinig geloven. Om bij onszelf te beginnen, wij kunnen niet ontkennen dat wij ook oorzaak geven in de prediking. Want wie is tot deze dingen bekwaam?

Jacobus Durham, predikant te Glasgow (Christus gekruyst, 1752)