Synode PKN vergadert: Dr. Plaisier bijna zeker van tweede termijn
LUNTEREN – Verplichte nascholing van predikanten, omgang met sociale media, bezuinigingen in het dovenpastoraat. Het zijn enkele onderwerpen waarover de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich donderdag en vrijdag in Lunteren buigt. Maar eerst stemmen de ruim 150 synodeleden donderdagochtend achter gesloten deuren over een tweede termijn voor scriba dr. A. J. Plaisier.
De meest brede kerkelijke vergadering van de Protestantse Kerk komt gewoontegetrouw in het voorjaar en in het najaar bijeen in congrescentrum De Werelt in Lunteren. De kans is heel groot dat dr. Plaisier, die in 2008 werd benoemd voor een periode van vier jaar, opnieuw zal worden benoemd. Zo is er geen sollicitatieprocedure gestart en zijn er dus geen andere kandidaten.
De synode besloot in november de zittingstermijnen van de preses en de scriba te verlengen van vier naar vijf jaar. Mocht dr. Plaisier worden herkozen, dan geldt voor hem nog een periode van vier jaar. De ordinantie die de zittingstermijnen regelt, moet nog in tweede lezing worden vastgesteld.
De generale synode bespreekt morgen ook een notitie over de ambtsvisie die ten grondslag ligt aan de Protestantse Kerkorde (PKO). Daarna staat de vorming van een ICCO-coöperatie op de agenda. Kerk in Actie, de diaconale poot van de Protestantse Kerk, wil nauwer gaan samenwerken met de hulporganisaties ICCO, Edukans en Prisma. Door de krachten te bundelen, zou Kerk in Actie beter kunnen inspelen op de „internationalisering en globalisering” en op zijn kerntaak: „het uitdragen van barmhartigheid, gerechtigheid voor allen en rentmeesterschap van de schepping.”
Het meeste werk in het buitenland voert Kerk in Actie al uit in samenwerking met de protestantse ontwikkelingsorganisatie ICCO. Alleen het zendingswerk, het werk in het Midden-Oosten en in Nederland is gescheiden. Het is de bedoeling dat de generale synode zeggenschap blijft houden over het beleid van Kerk in Actie.
Dovenpastoraat
De generale synode bespreekt morgenavond een handreiking voor predikanten en kerkelijk werkers over de omgang met sociale media. Ook vindt er een informatieve bespreking plaats over het dovenpastoraat. De afgelopen weken kwam er veel kritiek op de plannen van de Protestantse Kerk om het aantal arbeidsplaatsen voor de dovenpastores per 1 september terug te brengen van 2 naar 1,5 fte. Dit zou betekenen dat het contract van dovenpastor ds. Jan Kievit wordt teruggebracht naar 50 procent.
De Protestantse Kerk werkt sinds 1971 samen met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP). Dat protesteerde vorige maand al tegen de voorgenomen bezuiniging. „Wij denken dat het werk onder doven hier erg onder zal lijden. Met drie dovenpastores blijft er vaak al veel werk liggen. Met 2,5 wordt dat nog erger”, schreef het IDP in een brief aan alle dove gemeenteleden in de PKN en de CGK. Het IDP riep doven op een protestbrief te schrijven aan de eigen kerkenraad of aan de synode.
Nascholing
De synode vergadert vrijdagmorgen over allerlei door het college voor de kerkorde voorgestelde wijzigingen in de Protestantse Kerkorde. De middag staat vooral in het teken van de positie van predikanten en kerkelijk werkers en de zogenoemde permanente educatie. Uit de rapportage die de generale synode bespreekt, blijkt dat het verplichte nascholingstraject op een aantal belangrijke punten is aangepast. Zo wordt voorgesteld om predikanten en kerkelijk werkers meer ruimte te geven voor eigen invulling van de nascholing.
De synode besloot in november dat de verplichte nascholing voor predikanten en kerkelijk werkers het studieverlof van predikanten definitief gaat vervangen. Vanwege de vele kritiek van synodeleden zegde het moderamen (synodebestuur) echter toe dat de precieze invulling nog zou worden aangepast.
Het plan is nu om de nascholing voor predikanten per september te verdelen in drie delen van ongeveer een maand. Eén deel moet worden gebruikt voor studieactiviteiten uit een door de kerk aangestuurd aanbod. Het volgende deel mag ook elders worden ingevuld (bij een door de kerk erkende instantie). Deel drie (maximaal 170 uur) kunnen de predikanten geheel zelf invullen. Kerkelijk werkers hebben alleen recht op de eerste twee delen van de nascholing. Voor hen is het aantal studiepunten verminderd van 420 naar 350 uur. Door de wijzigingen hebben predikanten meer vrijheid dan in het oorspronkelijke voorstel.