„Verzet in Ridderkerk kwam laat op gang”
RIDDERKERK – Ridderkerk was een van de eerste gemeenten die bezet gebied waren. De capitulatie werd er getekend en pas vanaf 1943 kwam het verzet op gang. Zaterdag werd het boek ”Ridderkerk en de Tweede Wereldoorlog” gepresenteerd.
De Rijksstraatweg in Rijsoord, gemeente Ridderkerk, is een drukke doorgaande weg. Onopvallend, achter een hek bij huisnummer 101 staat een monument met de tekst ”Een volk dat zijn verdediging verwaarloost zet zijn vrijheid op het spel”.
Achter het monument staat een borstbeeld van generaal Winkelman, opperbevelhebber van het Nederlandse leger tijdens de meidagen van 1940. Schuin naast het borstbeeld staat de school waar Winkelman de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten tekende. Het is een stuk geschiedenis dat lijkt te zijn weggestopt.
De capitulatie is een van de belangrijkste feiten uit de oorlogsgeschiedenis van Ridderkerk. Maar de 6 auteurs van het 624 pagina’s tellende boek wisten veel meer boven tafel te krijgen. Ze deden dat aan de hand van ooggetuigen, archiefmateriaal en dagboeken, zo verklaart Marten Douma, voorzitter van de stichting Oud Ridderkerk, die overigens zelf niet meeschreef. „De dochter van een naoorlogse wethouder, Jannie van Splunder, hield in de oorlog heel nauwgezet een dagboek bij. Ze was toen een jaar of zestien. Uit dit dagboek hebben we veel geciteerd over het dagelijks leven in Ridderkerk.”
De meeste Ridderkerkers bemoeiden zich in de oorlog niet met het verzet, aldus Dick de Winter, een van de auteurs. „Ze hadden genoeg werk op de scheepswerven.” Ondanks dat veel schepen aan de Duitsers werden geleverd, was er nauwelijks sabotage. „We hebben de productie van voor, tijdens en na de oorlog bekeken, maar daaruit blijkt dat de bouwtijd van schepen niet vertraagde.” Zoals veel Nederlanders kozen ook de meeste Ridderkerkers voor hun eigen hachje.
Pas vanaf 1943 gingen meer inwoners in het verzet. Zelfs toen in januari 1945 veel mensen werden opgeroepen voor de ”Arbeitseinsatz”, kozen slechts enkelen ervoor om dat te weigeren en onder te duiken. Jongens die in Duitsland moesten werken, namen een accordeon en klavarskribomuziek mee. De Duitsers dachten dat dit geheimtaal was. Daarom mochten de Ridderkerkers het eerst niet spelen.
Medeauteur Evert de Bruin spitte bijna alle archieven van de kerken in zijn woonplaats uit, op zoek naar sporen van verzet. Dat werd echter een teleurstelling. Voorgangers en gemeenteleden waren erg voorzichtig en keken over het algemeen de andere kant uit. Over het onder censuur stellen van pro-Duitse personen staat niets vermeld. Ds. C. van den Boogert van de hervormde Wilhelminakerk nam echter geen blad voor de mond in zijn preken. Het gevolg was dat hij werd opgepakt en naar een kamp in Sint Michielsgestel moest.
In de archieven van de eveneens hervormde Singelkerk vond De Bruin slechts één verwijzing in 1945 naar een pro-Duits gemeentelid. „Er waren er veel meer, maar met hen werd heel omzichtig mee omgegaan. NSB’ers werden in de notulen van de gereformeerde kerk „andersgeorganiseerden” genoemd. Kerken probeerden foute leden voor hun gemeente te behouden.” Een lid van de gereformeerde gemeente waagde het een keer om in SS-uniform naar de eredienst te gaan. Een gemeentelid wilde liever niet meer naast hem zitten. Overigens was er ook binnen dit kerkverband weinig verzet. De bezetting door de Duitsers werd gezien als een straf van God en de Duitsers waren volgens de kerk het wettige gezag.
Opmerkelijk is verder dat de klok die de bezetters roofden uit de Singelkerk na de oorlog bij Urk werd teruggevonden in een gezonken schip.
Terwijl in Ridderkerk in de oorlog zelf vooral kleine voorvallen plaatshadden, die in het boek aan de hand van anekdotes en afbeeldingen aan bod komen, gebeurden de grote feiten vrijwel alleen in de eerste en laatste oorlogsdagen. Zo werd er in mei 1940 bij het naastgelegen Alblasserdam gevochten om de brug over de Noord.
Op 8 mei 1945, toen de Duitsers al hadden gecapituleerd maar hun wapens nog niet hadden ingeleverd, werd de gemeente Ridderkerk nog getroffen door een drama. In het dorp Bolnes kwam het tot een confrontatie tussen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en de Duitsers. Aan de kant van de Nederlanders vielen, vooral door executies, acht doden en meerdere gewonden.
Meerwaarde van het boek is dat niet alleen wordt gesproken over Ridderkerk, maar dat het in het kort ook stilstaat bij de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in haar algemeenheid. Bovendien worden niet alleen de jaren 1940-1945 beschreven, maar ook de tijd daarvoor en kort daarna.