VN willen snel waarnemers in Syrië
NEW YORK/DAMASCUS/BEIROET (ANP/AFP/DPA) – De Verenigde Naties willen snel waarnemers in Syrië hebben, in de hoop dat hun aanwezigheid het broze bestand overeind helpt houden. Meer dan tien mensen zijn vrijdag in Syrië doodgeschoten door regeringsgetrouwe troepen, meldden tegenstanders van het regime van president Bashar al-Assad. De doden vielen opnieuw in de opstandige provincies Deraa, Hama, Homs en Idlib. Militairen en politieagenten hebben meestal in de lucht geschoten toen vele duizenden betogers zich in verscheidene plaatsen weer op straat waagden.
De oppositie probeert uit hoe ver ze kan gaan, nu het bewind kennelijk heeft besloten het grof geschut voorlopig te laten zwijgen. Het bestand, dat donderdag van kracht werd, lijkt over het algemeen te worden nageleefd. De dag van het gebed, vrijdag, was eerder al de dag van massale betogingen tegen het regime van de clan van Assad die meer dan 40 jaar aan de macht is.
In de afgelopen 13 maanden van bloedig onderdrukte protesten en vervolgens gevechten tussen voor- en tegenstanders van het regime, maar ook tussen leden van verschillende bevolkingsgroepen, zijn volgens waarnemers meer dan 10.000 doden gevallen. Het staakt-het-vuren is onderdeel van een vredesplan. Dat bepaalt onder meer dat vreedzame betogingen mogelijk moeten zijn, dat persvrijheid wordt gerealiseerd, dat troepen zich uit stedelijke gebieden terugtrekken en dat in het kader van de onderdrukking van het protest opgepakte gevangenen worden vrijgelaten.
De man achter het staakt-het-vuren, de Ghanese speciale gezant van de VN en de Arabische Liga, Kofi Annan, wil de luwte in de strijd ook aangrijpen om humanitaire te hulp te bieden en toegang te krijgen tot gevangenen. Syrië moet het land openstellen voor humanitaire hulp, zei een woordvoerder van Annan vrijdag. In het verscheurde land zijn ongeveer 1 miljoen mensen die dringend hulp nodig hebben.
In het VN-hoofdkwartier in New York wordt rekening gehouden met het snelle vertrek van een voorhoede van circa 30 waarnemers, onder leiding van de Noorse generaal Robert Mood.