Economie

SGP presenteert nota voor veehouderij

DEN HAAG – Ieder mens moet zijn verantwoordelijkheid nakomen voor een goede verzorging en behandeling van dieren. Of het nu gaat om veehouders en slachters of om politici, supermarkteigenaren en consumenten.

Redactie politiek
13 April 2012 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 20:28
Foto Stuurgroeplib.net
Foto Stuurgroeplib.net

Dat stelt het wetenschappelijk instituut (WI) van de SGP in zijn vanmorgen gepubliceerde nota ”Houden van dieren”.

Het WI onderscheidt drie Bijbelse richtlijnen voor de omgang met dieren. Allereerst respect voor het leven: dieren zijn geen mensen, maar zeker ook geen dingen. Het zijn ‘collega-schepsels’ van de mens, met een eigen, onopgeefbare plaats in de schepping. Het is moreel onjuist om ze als gebruiksvoorwerpen behandelen. Ten tweede dient onnodig lijden van dieren te worden voorkomen. Ten slotte moeten dieren ruimte hebben om te leven en dier te kunnen zijn.

Veehouders stuiten op een aantal barrières, consteert het WI, als ze meer werk willen maken van dierenwelzijn. Ten eerste kunnen ze kosten van noodzakelijke investeringen niet in de prijs doorberekenen. Consumenten kiezen in de winkel ook vaak de goedkoopste producten.

Daarnaast kunnen diervriendelijker stalsystemen botsen met milieuregelgeving. En het veehouderijsysteem is dusdanig gericht op efficiëntie en vergaande specialisatie dat simpele, eenzijdige maatregelen van veehouders of de overheid niet voldoen.

Samenwerking van alle betrokken partijen is volgens het WI nodig om het dierenwelzijn in de veehouderij te verbeteren. Met de nota beoogt het WI een bijdrage te leveren aan het debat over mogelijke verbeteringen.


Voorstellen SGP voor veehouderij

Aan het zinloos doden van pasgeboren haantjes moet een einde komen.

Het doden van dieren bij de uitbraak van een dierziekte moet worden voorkomen. Er moet meer ruimte komen voor het preventief vaccineren van dieren.

Het elektrisch waterbad bij de slacht van pluimvee wordt verboden.

De nertsenhouderij verdwijnt op lange termijn.

De transportafstand van dieren wordt gemaximeerd.

Een veebod op megastallen is symboolpolitiek. Wel mag bij megastallen extra inzet worden gevraagd op het gebied van dierenwelzijn en milieu.

Bij genetische modificatie van dieren past de grootst mogelijke terughoudendheid.

Pasgeboren kalfjes zouden niet meteen bij hun moeder moeten worden weggehaald.

De castratie van biggen wringt met de intrinsieke waarde van het dier als schepsel van God.

Weidegang voor koeien heeft de voorkeur boven het continu op stal zetten.

Uitloop naar buiten voor varkens, kalveren en pluimvee heeft de voorkeur boven volledig opsluiten in stallen. Die zijn nu vaak prikkelarm.

Concepten zoals Peter’s Farm, de Volwaardkip en de Rondeelstal worden de standaard in de nabije toekomst.

De biologische veehouderij is niet per se beter dan de gangbare. De eisen voor de biologische veehouderij kunnen worden versoepeld. Zo hoeven de dieren geen 100 procent biologisch voer te krijgen.

Op etiketten en in reclamefolders moet duurzaamheid, waaronder dierenwelzijn, een duidelijker gezicht krijgen.

De veehouderij moet zich meer openstellen naar de samenleving, door bijvoorbeeld open (boerderij)dagen.

Veehouders moeten hun krachten bundelen om hun positie ten opzichte van hun afnemers te versterken.

Boeren moeten bedrijfsgezondheidsplannen opstellen. Daarin worden ook dierwelzijnsaspecten opgenomen.

De dierhouder is eerstverantwoordelijke voor de gezondheid en het welzijn van zijn dieren, maar consumenten kunnen kiezen en hebben daarom ook een verantwoordelijkheid. De overheid past terughoudendheid.

De overheid moet op natuur- en milieugebied vooral normen stellen voor de langere termijn en de invulling daarvan zo veel mogelijk overlaten aan de doelgroepen.

De overheid richt een innovatiefonds op voor verantwoorde veehouderij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer