Torenhoge salarissen Spaanse voetballers straks aan ons te danken
Het was een nogal absurde rechtszaak die donderdag diende voor het gerecht in Lyon. Een grootmoeder krijgt op last van de rechter een bedrag van 1500 euro per maand van haar kleinzoon. Ze moet zien rond te komen van een pensioentje van 800 euro per maand, wat volgens haar te weinig is om haar eten en drinken te kunnen betalen. Ze speelde een belangrijke rol in de opvoeding van haar kleinzoon en ze vindt dat hij best wat terug mag doen. Hij kan het makkelijk betalen, want hij verdient 708.000 euro per maand. De rechter was het helemaal met oma eens maar kleinzoon doet moeilijk en ging in hoger beroep. Dat diende donderdag. Waarom hij dwars ligt, is niet helemaal duidelijk. Daarover doen verschillende lezingen de ronde.
Het is ook niet zo belangrijk, want het gaat mij niet zozeer om het conflict maar om het maandsalaris van 708.00 euro. Hoe krijgt iemand dat voor elkaar? Wel, meneer blijkt stervoetballer te zijn. Hij strijkt per jaar een slordige 8,5 miljoen euro op. Per dag komt dat neer op een dikke 23.000 euro, een bedrag waarvoor veel mensen een heel jaar hard moeten werken. Als het waar is dat de man het vertikt om elke maand minder dan een honderdste van zijn salaris aan oma af te staan, zou dat van de zotte zijn. Maar goed, dat laten we even voor wat het is. De zaak ligt wellicht genuanceerder dan de media suggereren en verder zullen er heus genoeg voetballers zijn die wel genereus zijn. Overigens blijft het een waarheid als een koe dat een bestaan als idool vaak geen leuke mensen oplevert.
Terug naar dat geld. Wat het geval zo curieus maakt, is dat die lieve som van 8,5 miljoen euro afkomstig is van een Spaanse topclub. Rara, hoe zit dat? Spanje is toch een van die landen die aan de bedelstaf zijn geraakt? Hoe kan een voetbalclub daar zulke grote zakken met geld beschikbaar stellen terwijl een op de vier volwassenen in dat land moet leven van een uiterst schrale werkloosheidsuitkering en de helft van de jongeren bij gebrek aan een baan geen cent te makken heeft? Het antwoord is eigenlijk vrij eenvoudig. Dat is allemaal mede aan te danken aan de Spaanse belastingbetaler en straks, als het tegenzit, aan u en mij.
De laatste jaren geven de meeste Spaanse voetbalclubs meer geld uit dan er binnenkomt. Sommige balanceren op de rand van een faillissement, maar geen instelling die dat durft aan te vragen, want voetbal is er razend populair. Een andere manier om de onbalans tussen uitgaven en inkomsten in stand te houden, is domweg de financiële verplichtingen niet nakomen. Zo is het in Spanje de gewoonste zaak van de wereld dat topclubs geen belasting afdragen. De gezamenlijke schuld van de clubs aan de fiscus bedraagt daardoor op dit moment zo’n driekwart miljard euro. Dat geld gaat dus aan de neus van Vadertje Staat voorbij. Zou het om fabrikanten van olijfolie of flamencojurken gaan, dan was de overheid er als de kippen bij om de vogels tot de laatste veer kaal te plukken. Dat geldt zeker in deze tijd, waarin de Madrileense bureaucraten ieder dubbeltje moeten omdraaien. Maar nu het om voetbalbedrijven gaat, doet de staat het in de broek. Op de achtergrond kijken politici argwanend toe. Zij zullen niet toestaan dat er ook maar een pink naar de voetbalwereld wordt uitgestoken. Anders worden er miljoenen kiezers kwaad. Zo verkeert het land in de wurgende greep van clubs die met miljoenen smijten enerzijds en burgers die in opstand dreigen te komen anderzijds.
Dat het ook vanuit sportief oogpunt een belachelijke situatie is, zal u wat minder boeien maar ik wil het toch even noemen. Andere Europese clubs die hun boekhouding wel op orde hebben, kunnen op het moderne slavenplein dat voetbaltransfermarkt heet, minder geld uitgaven dan de Spaanse concurrentie. Zodoende gaan de betere spelers aan hun neusje voorbij. Gevolg is dat ze bij Europese clubkampioenschappen niet tegen de Spanjaarden op kunnen. Die domineren nu de internationale competities.
Intussen dreigt de situatie onhoudbaar te worden. De Europese voetbaltoezichthouder overweegt de Spaanse clubs met sancties te treffen als ze hun zaakjes niet snel op orde hebben. Madrid, Barcelona, Valencia en al die andere Spaanse steden zijn nu in last. Dure voetballers verkopen is geen optie. Dan beginnen de fans te schuimbekken. Als enige oplossing is al genoemd dat de Spaanse overheid de collectieve belastingschuld van driekwart miljard kwijtscheldt. En dat terwijl de staatskas in buitengewoon zorgwekkende toestand verkeert en de patiënt binnenkort aan het Europees infuus moet. Dan kunnen u en ik meebetalen om het gat in de Spaanse begroting te dichten.
Daarmee zijn we er nog niet, want in buurland Portugal is de situatie vrijwel identiek aan die in Spanje. Zoals u weet, lijkt dat land ook de pet in Brussel te moeten ophouden. Volgende zaak, deurwaarder…
Die voetballer van 23.000 euro per dag is trouwens nog niet eens de best betaalde. Sommigen van zijn collega’s beuren nog meer. Zij mogen u en mij straks wel een bedankbriefje sturen als wij het gelag moeten betalen.