Oorlogsmisdadiger Bikker begin september voor rechter
De Nederlandse oorlogsmisdadiger Herbertus Bikker staat 8 september voor de rechtbank in het Duitse Hagen terecht voor moord. Dat heeft een medewerkster van de raadsman van Bikker dinsdag meegedeeld.
De inmiddels 87–jarige oud–SS’er werd bekend onder de naam ’de beul van Ommen’. Die bijnaam kreeg hij als bewaker van het kamp Erica bij Ommen, waar hij verzetsman Jan Houtman heeft doodgeschoten. Bikker zegt dat hij uit noodweer handelde. Officier van justitie U. Maass zei eerder dat er onvoldoende bewijs is dat Bikker ook betrokken was bij de moord op onderduiker Herman Meijer.
De verdachte kan alleen nog worden veroordeeld wegens moord. Alle andere misdaden, zoals doodslag, zijn inmiddels verjaard. Maass moet aantonen dat het doodschieten van Houtman ’wreed’ was, anders is er volgens het Duitse rechtssysteem geen sprake van moord. De Duitse aanklager heeft de afgelopen vijf jaar ongeveer vijftien Nederlandse getuigen gehoord. Ook heeft hij Bikker twee keer gesproken.
Voor de moord van Houtman werd Bikker na de oorlog veroordeeld tot de doodstraf. Die veroordeling werd later omgezet in levenslang. In 1952 ontsnapte Bikker uit de Koepelgevangenis in Breda en vluchtte naar Duitsland, waar hij het Duits staatsburgerschap kreeg. Dat maakte uitlevering aan Nederland onmogelijk.
Bikker die in Hagen nabij Dortmund woont, is geboren en getogen in de Alblasserwaard. Op zijn 24e meldde hij zich aan bij de NSB. De Duitse bezetters bevrijdden hem op 15 mei 1940 uit een kelder, waar de Nederlandse politie hem na de Duitse invasie gevangen had gezet. Hij vocht als lid van de Waffen–SS aan het Duitse oostfront en raakte meerdere keren gewond. In 1943 werd hij in kamp Erica bij Ommen als bewaker aangesteld.