Vrijdag waren de beurzen in Europa en de VS dicht. Donder­dag eindigde de AEX op een stand van 314,91. Halverwege die dag daalde de graadmeter voor de toonaangevende aandelen op het Damrak tot onder de 312,47 punten, het niveau waarop de handel in 2011 werd afgesloten. Drie weken geleden ging hij het weekend in op een peil van 336,17. Daarna is opgeteld een flinke stap achteruitgezet.

Twee unieke liquiditeitsoperaties van de Europese Centrale Bank (ECB) zorgden vanaf begin dit jaar voor vermindering van de spanningen op de financiële markten. Op 21 december en 
29 februari namen banken in totaal zo’n 1000 miljard euro op in Frankfurt, in de vorm van drie­jarige kredieten. Dat geld werd op grote schaal gebruikt om staatsobligaties uit probleem­landen te kopen. Daardoor zakte de rente op overheidspapier van onder andere Spanje en Italië.

Het effect van deze steun ebt echter weg. Deze week ging het met de rente in genoemde landen weer de andere kant op. Het verschil tussen de vergoedingen die Spanje en Duitsland investeerders moeten bieden, kwam voor het eerst sinds december weer boven de 4 procentpunt.

Al met al is er het risico dat de schuldencrisis in alle hevigheid oplaait. Beleggers lijken zich te realiseren dat de omvangrijke ECB-faciliteit de echte problemen, hoge tekorten en schulden en gebrek aan economische groei, niet oplost.

De Spaanse minister van Economische Zaken, Luis de Guindos, benadrukte donderdagavond dat zijn land geen noodhulp nodig heeft om aan zijn betalings­verplichtingen te kunnen blijven voldoen. „Wij hebben er niet om gevraagd, het ligt niet op tafel”, zei hij. De regering van premier Mariano Rajoy heeft recent de ambities voor terugdringing van het begrotingstekort in ongunstige zin bijgesteld.