Binnenland

Espelo stapelt grootste paasvuur ter wereld

ESPELO – Een immense brandstapel torent hoog boven de vlakke velden van Twente uit. Espelo stapelt aan het grootste paasvuur ter wereld. Een recordpoging.

Gerard ten Voorde en Gerco Verdouw
5 April 2012 21:20Gewijzigd op 14 November 2020 20:22
Wietse Rensen (22), aanvoerder van het peloton vrijwilligers dat het hoogste paasvuur ter wereld. Foto RD
Wietse Rensen (22), aanvoerder van het peloton vrijwilligers dat het hoogste paasvuur ter wereld. Foto RD

De buurtschap Espelo (gemeente Rijssen-Holten) werkt met man en macht aan het paasvuur. Van groen tot grijs. Al zes maanden lang. Het legertje enthousiastelingen is uitgegroeid van 40 tot 200 man.

”Splo”, zoals het dorp liefkozend wordt genoemd, bouwt z’n paasvuur rond een lange houten paal van een metertje of 50. Knap hoog, hoger dan de kerktoren iets verderop. Vier, vijf stalen draden houden de ruim 35 meter hoge berg takken in evenwicht. Boven op de paal prijkt een rood zwaailicht. Voor laagvliegende vliegtuigen.

Vrijwilligers voeren met platte boerenwagens grote bossen takken en dennengroen aan. „Elke zaterdag gaan we de Holterberg op”, vertelt Wietse Rensen (22), aanvoerder van het peloton vrijwilligers. Staatsbosbeheer voorziet de Espeloërs graag van groene aanwas. „De Holterberg moet schraal blijven”, legt Rensen uit. „Voor de korhoen.”

Paasboake

Espelo bouwt elk jaar een ”paasboake”, zoals de brandstapel in plaatselijk dialect heet. Dit jaar is alles anders. Espelo doet een poging om het grootste paasvuur ter wereld te maken. „Het oude record van 27,87 meter dateert uit 1987”, vertelt Rensen.

De bouwers zijn deze hoogte maandag al gepasseerd en werken aan een bult van meer dan 43 meter hoog. Want in Slovenië is er in 2005 een vuur van die hoogte gebouwd en daar wil Espelo natuurlijk overheen.

Hoe de plattelandbewoners hun megakampvuur opbouwen, blijft geheim. „Het geheim van Espelo”, weert Rensen af. Rivaliserende dorpen in de buurt mochten eens achter het recept komen. „Maar zomaar stapelen lukt echt niet.” Om de takken op 30 meter hoogte te leggen, zetten de paasvuurbouwers lieren in. Via een staalkabel boven aan de paal hijsen ze de takken naar boven.

Een politieauto rijdt voorbij. De gemeente Rijssen-Holten controleert streng. Plastic en pallets zijn taboe. „Alleen snoeihout is toegestaan.” Vanmiddag komt een officiële delegatie de brandstapel opmeten. „We gaan voor een vermelding in het Guinness Book of Records.”

Bijna was de recordpoging verijdeld. Drie onbekende mannen probeerden gistermorgen de brandstapel voortijdig in brand te steken. Speciaal aangestelde bewakers konden de brandstichting voorkomen, de mannen sloegen op de vlucht. Het vuur mag pas zondag beginnen.

Saamhorigheid

Het paasvuur levert een groot saamhorigheidsgevoel in de buurtschap op, weet Rensen. „Het hele dorp, honderd gezinnen, zit in de organisatie. Het stapelen voor het paasvuur is hier een deel van de opvoeding. Je leert oppakken.”

De Espeloërs bouwen graag een feestje rond het paasvuur. In de zuipkeet aan de rand van het terrein staan vijf kratten Grolsch, een krat Hertog Jan. De vloer is bezaaid met bierdoppen en eierschalen. Op de muur staat met rode verf gekalkt: ”Hout moet, houd moed”.

Toch verloopt het festijn altijd netjes, benadrukt Rensen. „We hebben nog nooit iemand moeten afvoeren.” Hij wijst op de tijd van het jaar. „Het is nog te vroeg en te koud. Het paasvuur is vooral een familiefeestje.”

Na het ontsteken van het vuur volgt een feest met optreden van rockbands en een zanger. Rensen verwacht dit jaar zo’n 10.000 toeschouwers op eerste paasdag. Wegen worden afgesloten om de mensenstroom in goede banen te kunnen leiden. Warm of koud wordt de Espeloër niet van het paasvuur. „Het is gaaf om te doen. Maar ik sta echt niet met tranen in de ogen als-ie in de fik gaat. Dan voel ik weinig. Daar ben ik te nuchter voor.”

Gekte

„Een gekte” noemt amateur­streekhistoricus Gerrit Kraa uit Bornerbroek de recordpoging. „Vroeger waren plaatselijke gebruiken zoals de Elfstedentocht gezellig en leuk. Nu wordt het door de media zodanig opgeblazen dat er een algemene gekte rond ontstaat. Dat geldt ook steeds meer voor paasvuren. De VVV organiseert op eerste paasdag rondritten langs diverse paasvuren. Er zijn verkeersregelaars en parkeerwachters nodig om het allemaal in goede banen te leiden. Dat gaat mij veel te ver.”

Ook woordvoerder Marcel Kamphuis van Brandweer Twente vindt het „gedoe” rond paasvuren „wat overdreven. Vroeger had elk dorp of buurtschap één paasvuur. Nu zien we bijna bij iedere boerderij wel een brandstapel. Dat hoeft van mij niet.”

Qua veiligheid zit het met de meeste vuren wel snor, volgens Kamphuis. „Er zijn strenge voorschriften voor wat er verbrand mag worden en waar. Bij mijn weten is er nog nooit vuur overgeslagen naar gebouwen of omliggende natuurgebieden.”

Noabers

Verreweg de meeste paasvuren worden op zondag aangestoken. In plaatsen met een protestantse achtergrond zoals Rijssen en dorpen op de Veluwe, gaat het vuur er op tweede paasdag in. Kraa: „Het waren buurtvuren, waar de noabers –Twents voor buren– bij elkaar kwamen om het gesnoeide hout te verbranden. Soms nam men er een borreltje erbij, maar het bleef kleinschalig en gezellig.”

De traditie stamt volgens Kraa al uit de tijd van de Germanen. „Het hoorde bij het feest van het licht. De donkere winter was achter de rug, de lente was aangebroken.” De Germanen eerden rond het vuur Ostara, de godin van de dageraad.

Verkering

Plaatselijk ontwikkelden zich allerlei gebruiken rond het paasvuur. Aar van de Werfhorst, pseudoniem van Piet Jansen, schreef in zijn eerste boek ”Jennechien” over het paasvuur in Hellendoorn. Dat was daar het moment voor jonge stelletjes om hun verkering bekend te maken. De verliefden mochten het vuur ontsteken.

Kraa: „Onbewust voelen mensen zich op de een of andere manier toch nog verbonden met het heidendom. Dat komt mede doordat veel heidense gebruiken en feesten door christenen zijn overgenomen.

Halsstarrig

In de 9e eeuw braken monniken zich erover het hoofd hoe ze de halsstarrige Nedersaksen konden kerstenen. Ze kwamen toen op het idee om de heidense feesten een christelijk karakter te geven. Het midwinterfeest werd het Kerstfeest, het feest van het licht werd Pasen en het oogstfeest Pinksteren.”

In 830 schreef een monnik zelfs een nieuw Evangelie voor de Saksen. Kraa: „Het werd een mix van de vier evangeliën die wij kennen. Daarin werd Jezus een soort superkoning, omdat een lijdende Leider niet door de Saksen erkend zou worden.

Dit geschrift, ”Heliand” genaamd, is bewaard gebleven en zal volgende maand opnieuw verschijnen in de streektalen Gronings, Twents, Achterhoeks, en Westfaals.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer