Cultuur & boeken

”Kees de jongen” als stripboek van 500 pagina’s

Kees de jongen is een fenomeen. Het leven van de Amsterdamse schoenmakerszoon is in alle toonaarden bezongen, besproken en verfilmd. En Kees’ beroemde zwembadpas is onderwerp geworden van een serieus debat.

Rudy Ligtenberg

5 April 2012 10:05Gewijzigd op 14 November 2020 20:20

De onderwijzer en SDAP-politicus Theo Thijssen (1879-1943) schreef zijn bekendste roman ”Kees de jongen” in 1923. Latere auteurs hebben geprobeerd het leven van Kees verder in te vullen, zoals Remco Campert in ”Het leven is vurrukkulluk”.

Striptekenaar Dick Matena heeft het verhaal van Kees de jongen nu gegoten in de vorm van een beeldverhaal, een literaire strip. Het is een kloek boek geworden, van zo’n 500 pagina’s.

Kees Bakels is een jongen die opgroeit in het Amsterdam van de late 19e eeuw, als zoon van een eenvoudige schoenmaker die het niet al te breed heeft. Thijssen, die in een vergelijkbaar milieu opgroeide, beschrijft hoe het Kees vergaat als lagereschoolleerling. Hoe hij door de stad zwerft, hoe hij de zwembadpas ontwikkelt om zich snel en gymnastisch te kunnen voortbewegen, hoe het hem op school vergaat, hoe hij verliefd wordt op Rosa Overbeek. Ogenschijnlijk is Kees een gewone jongen uit de Jordaan, maar in zijn levendige fantasie is hij bijzonder, heel anders dan alle andere kinderen.

Kees tekent graag. Om uit de wereld van de armoede te ontsnappen fantaseert hij dat beroemde schilders hem zullen „ontdekken” en verder helpen. Als zijn vader getroffen wordt door een ernstig ziekte blijkt dat Kees’ fantasieën tot niets zullen leiden. Hij moet van school af om te gaan werken.

Dick Matena begon in 1960 op 17-jarige leeftijd als vrijwilliger bij de Toonder Studio’s. In het begin werkte Dick Matena vooral mee aan tekenprojecten van Tom Poes en Panda. In 1964 ging hij freelance werken. Sinds 2001 houdt Matena zich bezig met het bewerken van literaire klassiekers tot beeldroman, zoals ”De avonden van Gerard Reve en ”Kaas” en ”Het dwaallicht” van Willem Elsschot.

Het bijzondere van deze beeldverhalen is dat Matena de oorspronkelijke tekst van de romans er integraal in verwerkt. Voor hem is dat een erezaak. De dialogen komen in de bekende tekstballonnen, de verbindende teksten worden in aparte blokjes weergegeven. De tekeningen zijn zwart-wit. De beeldromans van Matena kunnen dus zonder problemen voor de literatuurlijst van de middelbare school worden gelezen.

Deze aanpak heeft Matena veel respect bij literatuurliefhebbers opgeleverd. Gerenommeerde uitgevers schamen zich niet langer voor het genre van het (betere) stripverhaal. Toch blijft de vraag waarom niet gekozen is voor een bewerking van de tekst. De essentie van het beeld is immers dat het tekst kan vervangen. Nu zijn de tekeningen in hoge mate illustratief, ondergeschikt aan de tekst. Je zou kunnen zeggen dat Matena zichzelf daarmee als beeldend kunstenaar tekortdoet. De uitdaging is juist om tekst en beeld tot een nieuw artistiek evenwicht te laten samensmelten.

Matena is gewoon te bescheiden. Want zijn tekeningen zijn van een hoog niveau. Ze hebben een melancholische uitstraling die uitstekend past bij het verhaal van Theo Thijssen. Tegelijk geven ze een prachtig beeld van negentiende-eeuws Amsterdam. Wat dat betreft valt er veel te genieten. Maar of dit de manier is om een klassieker voor een breder publiek toegankelijk te maken, valt te betwijfelen. Daarvoor drukt de tekst een te zwaar stempel op het geheel. Te vrezen valt dat scholieren toch liever naar Kuifje grijpen. Maar door die overweging zal Matena zich niet hebben laten leiden.


Boekgegevens

”Kees de jongen”, Theo Thijssen; een beeldroman door Dick Matena; uitg. Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 253 6912 5; 493 blz.; € 32,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer