Opinie

Door Kamer gekozen premier ongewenst

Het voorstel om de minister-president te laten kiezen door de Kamer (RD 21-3), is strijdig met het dualistische bestel, reageert Jurriaan Hoogendoorn.

2 April 2012 20:04Gewijzigd op 14 November 2020 20:16
Foto ANP
Foto ANP

Niels Rijke en Stèphan Meijer van PerspectieF, de jongerenvereniging van de ChristenUnie, stelden onlangs in deze krant voor het formatieproces flink op de schop te nemen. Door de versnippering van het politieke landschap verlopen formatieprocessen steeds moeilijker, zo luidt hun motivatie.

Ik ben het niet met hen eens. In het artikel bepleiten zij veranderingen voor problemen die er mogelijk helemaal niet zijn. Zo is het bijvoorbeeld geen vanzelfsprekendheid dat het formatieproces stroef verloopt. Het is goed mogelijk dat bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen de linkse partijen een meerderheid behalen. Het formatieproces kan dan heel snel gaan.

Inderdaad, de formatie van huidige kabinet verliep niet zonder slag of stoot. Rijke en Meijer maken echter niet aannemelijk dat de moeizame totstandkoming van het kabinet-Rutte te wijten is aan de manier waarop het formatieproces tot nu toe altijd is verlopen.

De meest ingrijpende hervorming die PerspectieF voorstelt betreft de verkiezing van de minister-president door de Tweede Kamer. Ik vraag me af of dit een goed voorstel is. Een dergelijke procedure werkt politieke spelletjes in de hand. Bovendien kiezen de burgers een volksvertegenwoordiging en geen regering.

Het uiteindelijke doel van de veranderingen die PerspectieF voorstelt, is „dat de transparantie en het democratisch gehalte van het formatieproces worden vergroot, teneinde een meer gelegitimeerde regering te hebben die de samenleving vertegenwoordigt.”

Mooie woorden, maar het strookt niet met het dualistisch bestel zoals we dat in ons land kennen. Het dualisme houdt in dat de Tweede Kamer een onafhankelijke positie dient in te nemen ten opzichte van het kabinet. Om die reden houdt de Kamer zich niet bezig met de kabinetsformatie.

Drs. Kalberg schreef daarover onlangs in het ND: „Een kabinetsformatie is geen aangelegenheid van de volksvertegenwoordiging […] Het parlement heeft wel het recht om het uiteindelijke resultaat van een formatie (het nieuwe kabinet en het regeerprogramma) te beoordelen, maar het ligt niet op zijn weg om zich hiermee tijdens het verloop van de formatie te bemoeien. Dat zal de belangen van regering en parlement verder verstrengelen, met alle gevolgen van dien.”

Voormalig ChristenUniefractievoorzitter Rouvoet schreef in zijn essay ”Het klopt wel, maar het deugt niet” dat politicologen (en politici) meer hebben met de democratie dan met de rechtsstaat. Dit ongelukkige voorstel van PerspectieF lijkt daar helaas een voorbeeld van te zijn.

De auteur is student recht en bestuur en bestuurslid van PerspectieF Groningen. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer