Moslim uit jihadproces gaat vrijuit
De Raad van State heeft vrijdag besloten dat de in het zogenoemde jihadproces vrijgesproken moslim K. al-M. niet langer in vreemdelingenbewaring mag worden gehouden. De man was deze week in hongerstaking gegaan, omdat hij na zijn vrijspraak toch weer achter de tralies was beland.
Dat gebeurde omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vindt dat hij illegaal in Nederland verblijft. Volgens deze dienst heeft al-M. namelijk geen verblijfstitel.
Volgens een van de advocaten van al-M., M. Strooij, zou zijn cliënt gistermiddag worden vrijgelaten. De man had aangekondigd zijn hongerstaking te beëindigen als hij op vrije voeten zou komen.
In een verklaring schreef al-M. deze week dat hij niet meer at, omdat hij ten onrechte in vreemdelingenbewaring werd gehouden. Hij had voor zijn arrestatie namelijk een status toegewezen gekregen die bepaalde dat hij zijn asielverzoek in vrijheid mocht afwachten. „Dit is ook de reden voor de Raad van State geweest om hem nu vrij te laten”, vertelt Strooij.
Woensdag had de raadsvrouw van al-M., C. Zuur, wel een duidelijke mening over de motivatie van de Nederlandse staat om haar cliënt na zijn vrijspraak toch opgesloten te houden. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) denkt dat haar cliënt een gevaar voor Nederland is. „Daarom wil de staat van hem af en hem uitschakelen”, meent Zuur.
De advocate wees er nadrukkelijk op dat justitie de belastende informatie van de AIVD over al-M. en zijn medeverdachten niet hard wist te maken tijdens het afgelopen proces. Daarom veegde de rechtbank in Rotterdam de beschuldigingen van tafel. Volgens Zuur probeerde de Nederlandse staat haar cliënt dan maar op deze manier uit de samenleving te houden.
De rechtbank in Dordrecht heeft donderdag ook een andere vrijgesproken moslim uit het jihadproces uit vreemdelingenbewaring vrijgelaten.
De rechtbank in Rotterdam sprak al-M. samen met negen andere moslims op 5 juni vrij van het werven, opleiden en ondersteunen van strijders voor de oorlog tegen de tegenstanders van de islam (jihad). Bij twee andere verdachten in deze zaak had het openbaar ministerie deze aanklacht al eerder zelf laten vallen.