Rios Montt rijt oude wonden open
De kandidatuur van voormalig dictator Efraín Rios Montt voor de presidentsverkiezingen van 9 november heeft Guatemala in de diepste politieke crisis gestort sinds het einde van de burgeroorlog.
Afgelopen week besliste het hooggerechtshof dat Montt mag meedingen naar het hoogste ambt, hoewel hij in 1982 een staatsgreep organiseerde. „Een belediging voor de families van honderdduizenden Guatemalteken”, vinden mensenrechtenactivisten.
De beslissing van het hooggerechtshof heeft olie op het vuur gegooid. Drie maanden voor de verkiezingen dragen armoede, corruptie en straatgeweld bij tot een klimaat van algemene onzekerheid. De overheid heeft al het vertrouwen bij de bevolking verspeeld. De Guatemalteekse grondwet sluit voormalige coupplegers uit van het presidentschap. Volgens de verdedigers van Rios Montt geldt het grondwetsartikel uit 1985 niet met terugwerkende kracht voor de bewindsjaren van hun cliënt in 1982 en 1983.
Het regime van de gewezen dictator en protestantse predikant is een van de bloedigste episodes uit Guatemala’s 36-jarige burgeroorlog, die aan 200.000 mensen het leven kostte. Onder zijn bewind richtten civiele zelfverdedigingspatrouilles (PAC’s) een bloedbad aan onder arme boeren en indianen, zogezegd om een opstand de kop in te drukken. Duizenden mensen kwamen toen om en honderden dorpen werden met de grond gelijk gemaakt. Mensenrechtenorganisaties en families van slachtoffers beschuldigen Ríos Montt, momenteel parlementsvoorzitter voor het Guatemalteeks Republikeins Front (FRG), van genocide.
De omstreden kandidaat kan rekenen op de steun van het leger en de politie. Vorige week schopten aanhangers van Ríos Montt herrie op straat en overleed een journalist aan een hartaanval toen hij voor een meute op de vlucht sloeg. De mobilisatie van aanhangers uit afgelegen gebieden op het platteland bewijst volgens mensenrechtenactivist Sandino Asturias dat het FRG niet terugschrikt voor geweld en clandestiene middelen om zijn doel te bereiken.
De huidige FRG-president, Alfonso Portillo, heeft alvast de omstreden militaire veiligheidsdienst EMP versterkt, hoewel die volgens het vredesakkoord van 1996 diende te worden ontmanteld. Onrustwekkend is verder de vrijlating van drie hoge militairen die ervan werden beschuldigd betrokken te zijn geweest bij de moord op de antropologe Myrna Mack. Het klimaat van straffeloosheid blijkt uit de voortdurende reeks intimidaties en politieke moorden. Volgens Amnesty International ontvingen tussen januari 2002 en februari dit jaar 103 rechters en magistraten doodsbedreigingen.
In de peilingen ligt Ríos Montt op de derde plaats, achter de kandidaten van een andere rechtse en een centrumrechtse partij. FRG-lid en vice-parlementsvoorzitter Carlos Humberto Hernandez vindt de kandidatuur van zijn partijgenoot een bewijs voor het democratisch functioneren van Guatemala’s instellingen. „De rechters van het hooggerechtshof hebben zich niet laten leiden door politieke sympathieën, maar door grondwettelijke principes”, zo vindt Hernandez. „De tegenstanders van Rios Montt hebben tijd genoeg gehad om hem te beschuldigen, maar konden voor de rechter geen enkele klacht hard maken.”
Mensenrechtenactivist Mario Polanco vindt de kandidatuur „een stap terug voor Guatemala.” „Wie zich schuldig heeft gemaakt aan volkerenmoord mag geen president worden. Dat is een belediging voor de families van de slachtoffers”, aldus Polanco. Ook het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft al laten weten dat het de kandidatuur van Rios Montt niet ziet zitten.