„Voelt u al nattigheid?”
Nederland is in de ban van de hittegolf. Dagelijks besteden krant, radio en televisie er royaal aandacht aan. Regelmatig duikt 1947 op, een recordjaar. Ook toen was hitte nieuws. Een blik in een aantal vergeelde exemplaren van Het Parool en de Volkskrant uit dat jaar.
Het weerbericht van Het Parool op 28 juni 1947 is duidelijk. „Onze weerkundige medewerker telefoneert ons: Vrijdag was het de warmste dag sedert honderd jaar.” Het kwik stijgt op die dag tot waarden boven de 100 graden. Fahrenheit welteverstaan. De Celsius-thermometer piekt in het zuiden van het land op 38 graden.
In het weerbericht van de Volkskrant is een opmerkelijk nieuwsbericht verpakt. Engeland kampt met hevig noodweer, waarin de temperatuur 15 graden terugvalt. De regen is zo heftig dat „debatten in het Lagerhuis onderbroken moesten worden, omdat de regen kwam binnenstromen door kieren van gerepareerde bominslagen in het dak. De leden moesten ijlings een goed heenkomen zoeken.”
De oorlog is net achter de rug. Nederland probeert het land weer op te bouwen. Het Marshallplan is een belangrijk terugkerend onderwerp in de kranten. Ook de onrust in Indië eist veel aandacht op. Kranten publiceren naamlijsten van gevallenen. De zomerhitte komt hierdoor voortdurend op een tweede of lager plan in de gedrukte media.
Toch is de eerste hittegolf van het jaar 1947 begin juni al een feit. Eind juni volgt er nog een. De eenvoudige constatering dat juni te droog was, is een van de weinige berichten die de voorpagina van de Volkskrant halen.
De fotopagina’s in de kranten laten wel afbeeldingen zien van mensen die zich verkoelen bij fonteinen, meren en langs het strand. Ook hier is zichtbaar dat de oorlog net achter de rug is. Op een foto staan inwoners van Zandvoort met op de achtergrond een Duitse bunker uit de Tweede Wereldoorlog, een overblijfsel van de Atlantikwall.
Kwartje
In juli valt de derde hittegolf op te tekenen. Ook ditmaal weinig aandacht van de media. De Ronde van Frankrijk en andere sportevenementen eisen, net als tegenwoordig, een belangrijke plaats op in de dagbladen. De kranten beginnen wat meer over het weer te schrijven als de vierde hittegolf zich in augustus aandient. De gevolgen van de hitte laten zich voelen. Op 21 augustus kopt de Volkskrant met ”Zeeland snakt naar water”. In het bericht staat dat het „op Noord-Beveland al zover is gekomen, dat er voor twee emmers water een kwartje wordt gevraagd. Dit water moet in Wolphaartsdijk met vrachtauto’s worden gehaald en de transportkosten zijn zó hoog, dat men de prijs niet lager kan stellen.” Even verderop in het bericht: „De officiële waterverkopers, die men hier heeft, worden door de boeren bestormd om water voor het vee.”
De krant plaatst ook een artikel over het watergebruik in Amsterdam. „Amsterdam verzwelgt 40 miljoen kubieke meter water per jaar.” Daarbij staat een oproep om geen water te verspillen. „Anderen en gij zelf ondervinden daarvan spoedig minder prettige gevolgen.” Ook lekkende kranen moeten snel worden gerepareerd. „Een kraan die lekt, vermorst per jaar voldoende water om het Zuiderzeebad te vullen.”
De branden door de droogte krijgen eveneens de nodige aandacht, al is het niet op de voorpagina. Hei- en bosbranden zijn aan de orde van de dag. Boerderijen vallen regelmatig ten prooi aan het vuur, dat maar moeilijk te blussen is. ”Gebrek aan water belemmerde blussing”, zo luidt een kop.
Honderden militairen helpen om het vuur in Brabant, de provincie die het zwaarst is getroffen, te bestrijden. „Stoottroepen en honderden soldaten zijn gerequireerd met spaden en houwelen.”
De hete ondergrond zorgt ervoor dat de branden telkens weer oplaaien. Het Parool beschrijft het bijna poëtisch: „Dan schieten vonkenresten in de geopende grond, stuiven weg op de wind en zetten even verder het haardroge gras in vlam, dat binnen luttele minuten in de adem van de noordoostenwind wordt aangeblazen tot een vlammenzee. Dan is de vijand weer zichtbaar, de brandwachten snellen toe en graven op afstanden van honderden meters diepe gleuven in de bodem om de veelvraat te omsingelen en te stuiten.” Achtergebleven munitie uit de oorlog zorgt ervoor dat het vuur van extra brandstof wordt voorzien.
Ook in de omliggende landen eist de hitte haar tol. Op 19 augustus opent Het Parool met een explosieramp in de Spaanse stad Cadiz. Een ontploffing van munitie en torpedo’s kost meer dan 200 mensen het leven en zorgt voor duizenden gewonden.
Voedselvoorziening
De droogte heeft gevolgen voor de landbouw en bedreigt de voedselvoorziening. De oogsten vallen tegen, waardoor de prijzen onder opwaartse druk staan. „Op de veiling draait niets meer door en de veilingprijzen bedragen voor spekbonen al 20 cent per kilo. Bij een verkoopprijs van 40 cent is het voor de huismoeder practisch niet doenlijk in te maken of te wecken.”
Voor de boeren voltrekt zich een ramp. „De boeren zijn de wanhoop nabij, want hun bedrijf wordt ten gronde gericht. Meestal klaagt de veeboer als het droog is en de bouwboer als het veel regent. Maar voor het eerst sinds jaren zijn beiden radeloos. De economische weerstand van de Nederlandse boer krijgt een gevoelige slag en met hem de weerstand van het Nederlandse volk.”
De katholieke Volkskrant maakt melding van bidstonden. „De bisschop van Roermond heeft verzocht om speciale gebeden voor regen en het verlenen van verlof voor het houden van bid- en boeteprocessies.”
Eind augustus verschijnen er ook berichten over de menselijke gevolgen van de warmte in de kranten. Op pagina drie van de Volkskrant is een huisarts aan het woord. Een patiënt in zijn praktijk lijkt een zonnesteek opgelopen te hebben: „Ik heb mijn schaatsen maar opgeborgen, er komt toch geen ijs meer.” Ondertussen „dweilde hij zijn voorhoofd en hals met zijn zakdoek.”
De huisarts vermoedt dat „de meest hardnekkige Nederlander zijn winterborstrok-met-dubbele-borst wel zal hebben uitgetrokken.” Luchtige kleding is het voorschrift.
Zonnebaden was vroeger ook in trek, gezien de waarschuwing van de arts voor warmtestuwing bij blootstelling aan directe zonnestralen. „Wanneer we in grote hitte gaan ’zonnen’, moeten we daar terdege rekening mee houden. Niemand in Indië is zo dom om te gaan ’zonnen’. Hier in Nederland schaam je je voorlopig nog, wanneer je van de vacantie niet koffiebruin terugkomt.”
Uiterlijk blijft belangrijk. Zo kopt de Volkskrant in september: „Modehuizen maken zich op voor komende koude.” De mode-expert geeft haar visie op het komende najaar. Het artikel is wel buiten en in een zomerse jurk geschreven, geeft ze toe. Gedetailleerd geeft ze vervolgens aan hoe de rokken gedragen gaan worden. „Op het gebied van rokken is Monteigne ruimdenkend. De omgeslagen rok wordt getoond naast de haremrok. Een haremrok heeft een geheel bolhangende zoom en zal slechts een enkeling staan, zij is zo nadrukkelijk uitheems!”
Toch is het in september nog te vroeg voor de najaarskleding. Van 11 tot 20 september valt de vijfde hittegolf van het jaar te noteren. Daarmee komt de gemiddelde temperatuur in de drie zomermaanden uit op 18,7 graden.
Record
In een nabeschouwing van de Volkskrant is de conclusie dat de zomer van 1947 samen met die van 1826 de warmste is sinds 1700. „We zijn wel in het zonnetje gezet.”
Inmiddels is het 56 jaar later en nog steeds zijn de waarden van de zomer van 1947 niet overtroffen. Meteorologen registreren in dat jaar continentale winden die het weerbeeld bepalen. Krachtige hogedrukgebieden in de buurt van Groenland veroorzaken oostelijke stromingen en hebben daarmee het weer in Europa in de greep.
Niet alleen in de zomer overigens. Dezelfde hogedrukgebieden hebben in de eerste maanden van het jaar gezorgd voor extreme koude. Pas halverwege maart verdrijft een lagedrukgebied het koufront. En dan gaat het snel. In april liggen de temperaturen al boven het gemiddelde. Vervolgens is het maanden achtereen heet in heel Europa.
De zomer van 1947 levert naast een temperatuurrecord ook een recordaantal van 840 uren zon op. Erg droog is het niet. Er vallen enkele pittige buien die zorgen voor voldoende neerslag. In drie maanden valt 174 millimeter regen.
Uiteindelijk dalen de temperaturen en begint het te regenen. In de kranten is dan al snel ruimte voor een kwinkslag. De voorpagina van de Volkskrant vergezelt de weersverandering in 1947 met de tekst: „Voelt u ook nattigheid?” Voor Nederland de komende dagen nog een overbodige vraag.