Hitte voelen, maar vooral ook ruiken
Het ophalen van vuil is noodzakelijk, maar tijdens een hittegolf zeker geen pretje. „Hoe hoger de temperatuur, des te meer stank.” Op het heetst van de dag op pad met een drietal vuilnismannen in de Zwolse woonwijk Ittersum.
Terwijl de thermometer de grens van 30 graden overschrijdt, is het een komen en gaan van vuilniswagens bij ROVA, een afvalverwerker in de regio Zwolle. Felgroene trucks gaan de wijken weer in na de middagpauze.
In de ontvangstruimte van het bedrijf hangt een mededeling van de directie dat het verplicht is om de verstrekte werkkleding te dragen. Een luchtig hemdje zit er niet in. Veiligheid is belangrijk, daarom shirts met reflecterende strepen in de groene huiskleur en robuuste veiligheidsschoenen.
In de vuilniswagen van Marcel Pelgrom waait een aangenaam windje zolang de woonwijk nog niet is bereikt. Eenmaal in de wijk loopt de temperatuur in de cabine snel op. De eerste zweetdruppels laten zich zien. Airconditioning is niet aanwezig. „De temperatuur in de cabine kan oplopen tot 45 graden. De warmte komt niet alleen vanbuiten, maar ook vanbinnen omdat de motor onder de cabine warmte afgeeft.”
De maatregelen die Pelgrom tegen de warmte neemt, liggen voor de hand. „Veel drinken en daarnaast opletten dat je voldoende eet.” De blikjes, flesjes, koeltassen en versnaperingen in de cabine bevestigen die uitspraak.
„Het rottingsproces van het afval gaat sneller bij hogere temperaturen”, legt Pelgrom uit. „Vooral voedsel bederft snel. Het komt regelmatig voor dat de maden en de vliegen de bak uitkruipen. De stank is dan enorm.” De eigenaar van de container is hierin een belangrijke factor. „Sommige containers zijn al jaren niet schoongemaakt.”
Aan de achterkant van de vuilniswagen is de vieze geur het sterkst. Michel en Barry, twee uitzendkrachten, zijn eraan gewend. Ze kunnen de stank niet goed omschrijven. Barry, lachend: „Als ik ’s avonds mijn schoenen uittrek, ruik je dezelfde lucht.”
De jongens zijn ervaren. Ondanks de hitte legen zij behendig de containers. Eén container is te vol. Wanneer Barry een zak overhevelt naar een andere container, verschijnt een zwerm vliegen. Resten zure melk druipen uit de zak. Gelukkig kan hij zijn handen wassen aan de zijkant van de truck.
In de cabine maakt de radio melding van een oproep van de vakbonden om tropenroosters in te stellen. „Maar dat kan in ons werk niet”, aldus Pelgrom. „De mensen mogen pas na zonsopgang de afvalcontainer aan de straat zetten. Wel werken we ’s ochtends zo hard mogelijk, zodat we ’s middags eerder klaar zijn.”
Geconcentreerd stuurt Pelgrom de vuilniswagen door de smalle woonerven. Regelmatig moet de spiegel worden ingeklapt. „Het is moeilijk om de concentratie vast te houden tijdens de warmte. Toch moet je voortdurend alert zijn omdat kinderen onverwachts de weg kunnen oversteken.”
Regelmatig stellen bewoners een belangstellende vraag. „Juist het contact met de mensen maakt het werk boeiend”, vindt Pelgrom. „Soms krijgen we drinken of een ijsje aangeboden.
We proberen altijd klantvriendelijk te zijn. Dat betekent in de praktijk even wachten als een bewoner net iets te laat komt aanrijden met zijn container. En in plaatsen waar nog niet per lediging betaald moet worden, nemen we gerust een extra zakje mee.”
De vrachtwagen kan 12 ton afval vervoeren. Per dag haalt hij ongeveer 30 ton op. Dat betekent drie keer legen. Het afval gaat vanuit Zwolle per trein naar Wijster, waar een afvalcentrale zorgt voor de verdere verwerking.
Het is halfdrie als de route ten einde loopt. Barry en Michel kunnen naar huis, terwijl Pelgrom nog een leuke klus wacht: het schoonspuiten van de laadbak. „Dat doe ik iedere dag, anders kun je de volgende dag niet werken van de stank.”
Een vuilnisman voelt niet alleen de warmte, maar ruikt die ook.
Dit is de vierde aflevering van een serie artikelen over de hittegolf die Nederland treft.