Dat vindt Verdonks voorganger Nawijn, die begin dit jaar zelf asielzoekers opriep zich aan te melden voor de zogeheten afwijkingsbevoegdheid. „De minister moet aangeven wat ze daaronder verstaat”, zegt hij.

Nawijn heeft destijds gewezen op zijn bevoegdheid om van de regels af te wijken omdat het „absurd” was „bepaalde gevallen” terug te sturen. Als voorbeeld noemt hij mensen die buiten hun schuld al veel te lang in de procedure zitten, of die gevaar lopen als zij moeten terugkeren naar hun land van herkomst.

Het is aan de minister om te oordelen welke gevallen wel en welke niet in aanmerking komen, legt het LPF-Tweede-Kamerlid uit. Als rechters nu zeggen dat zij een afwijzingsbrief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND niet accepteren omdat er nog geen criteria zijn vastgesteld, dan halen zij twee dingen door elkaar. „Het gaat hier om humanitaire omstandigheden, niet om gronden voor asiel. Dat is heel wat anders dan de criteria voor de pardonregeling.” Deze regeling is in de maak voor asielzoekers die al langere tijd wachten op een uitspraak. Het kabinet vindt dat het zou moeten gaan om asielzoekers die langer dan vijf jaar in hun eerste procedure zitten, Nederlands spreken en geen crimineel verleden hebben.

Ook is het volgens Nawijn niet per se noodzakelijk om een afwijzing te voorzien van een motivering, zoals de rechters in Den Haag en Maastricht oordeelden. Wel zou het duidelijkheid verschaffen. „Als je al die gevallen toch bekijkt, kun je er net zo goed de motivering bij geven.”