Hezbollah kiest voor de taal van wapens
De terroristische organisatie Hezbollah krijgt het niet voor elkaar om langs democratische weg een islamitische samenleving te maken van Libanon. Het land heeft daarvoor veel te veel minderheden. Dus kiest Hezbollah voor een andere taal om toch macht uit te kunnen oefenen: de taal van wapens. Kan Libanon een tweede Iran worden?
Het was een opmerkelijke bekentenis die Hezbollahleider Sayyed Hassan Nasrallah vorige maand deed. Voor het eerst sinds de oprichting van de sjiitische terroristische organisatie in Libanon gaf de leider toe dat hij politiek, financieel en militair gesteund wordt door Iran.
„In het verleden vertelden we het halve verhaal, en zwegen we over de andere helft”, aldus Nasrallah. „Als ze ons vroegen naar de materiële, financiële en militaire hulp bleven we stil.”
Nu dus niet meer. „We hebben materiële hulp in alle mogelijke vormen van Iran gekregen”, zei Nasrallah. Hezbollah heeft de stilte doorbroken en daarmee bevestigd wat iedereen allang wist: dat de partij nooit zo sterk had kunnen zijn als de Iraanse ayatollah’s daar niet hun goedkeuring aan hadden gehecht.
En sterk is Hezbollah. Hoewel Nasrallah echt geen mededelingen doet over de precieze omvang van het wapenarsenaal, is het al een veeg teken dat de sjiitische leider überhaupt durft toe te geven dat er sprake is van wapenleveranties. Blijkbaar voelt de leiding zich sterk genoeg om de openheid niet langer te schuwen.
Israël vernietigen
Hezbollah werd ooit opgericht als antwoord op een Israëlische invasie van Zuid-Libanon in 1982. ”Hizb Allah”, de Partij van Allah, noemden de oprichters hun organisatie. Een van de hoofddoelen luidt: Israël vernietigen.
Precies daarom ziet de Joodse staat zich genoodzaakt af te rekenen met Hezbollah. Voor het laatst probeerde het land dat nog in 2006, met een korte maar heftige oorlog in Zuid-Libanon.
Maar die oorlog interpreteerde Hezbollah als een overwinning voor zichzelf. Binnen de kortste tijd had Hezbollah het vernietigde wapenarsenaal weer aangevuld.
En zo wordt het steeds lastiger om Hezbollah uit te schakelen. Zelfs Israël geeft tegenwoordig toe dat het niet lukt om Hezbollah militair te verslaan. In een zeldzaam openhartig moment zei de Israëlische generaal buiten dienst Giroa Eiland in december 2010 dat zijn leger wel sterker is dan Hezbollah, maar dat het niet weet hoe het Hezbollah definitief kan verslaan.
Zeer beducht
Dat weet de binnenlandse oppositie evenmin. De vele andere partijen in het vanouds religieus diep verdeelde Libanon moeten toekijken hoe de leiders van het zwaarbewapende Hezbollah feitelijk de lakens uitdeelt in het land. „Ik ben zeer beducht voor hun plannen”, zegt Johnny Awwad. Hij is lid van de bestuursraad van de Nationale Evangelicale Synode van Syrië en Libanon en hoogleraar aan de Near East School of Theology in Beiroet. Hij vertrouwt Hezbollah „beslist niet”, zegt hij tijdens een gesprek in Beiroet.
Kan Libanon, door de uitdijende macht van Hezbollah, een tweede Iran worden? Volgens Libanonkenner Lejo Siepe, die een boek schreef over het land, is die vraag niet op voorhand met nee te beantwoorden. Hij wijst er op dat Hezbollah officieel maar een klein aandeel van de macht heeft, omdat de machtsverdeling in 1989 na een slopende burgeroorlog in Libanon exact is vastgelegd in het vredesakkoord van Taif. De president moet per definitie christen zijn, de premier een soenniet, de voorzitter van het parlement een sjiiet.
Maar het sjiitische aandeel van de bevolking in Libanon is sindsdien zo snel gegroeid dat die machtsdeling niet meer voldoet. „Als die politieke macht niet ‘democratisch’ gegund wordt, nemen de sjiieten mogelijk gewapenderhand die macht”, waarschuwt Siepe in zijn boek.
„Christenen worden ongerust als er aan die overeenkomst gemorreld wordt”, constateert Johnny Awwad. „Tegenwoordig hoor je steeds vaker dat de sjiieten het akkoord van Taif willen openbreken. Misschien willen ze straks een verdeling van de macht die niet meer 50 procent voor christenen en 50 procent voor moslims biedt, maar een derde voor christenen, een derde voor soennieten en een derde voor sjiieten.”
Iraanse omwenteling
In zijn oorspronkelijke doelen windt Hezbollah er geen doekjes om dat héél Libanon een islamitisch geleide staat zou moeten zijn. Hassan Nasrallah, de onbetwiste leider van Hezbollah, predikte in eerste instantie een revolutie geënt op de Iraanse omwenteling van 1979, die van het land een strak geleide, islamitische republiek maakte. Nasrallah studeerde jarenlang in Teheran en steunde volop de ideeën van de vroegere Iraanse ayatollah Khomeini.
Maar in een land als Libanon, met z’n vele minderheden –christenen maken ten minste 30 procent van de samenleving uit– moet zelfs Hezbollah zijn doelen bijstellen. Ook Nasrallah stuitte op de grote diversiteit van de samenleving en realiseerde zich dat de andere politieke partijen nooit zullen toestaan dat Libanon een tweede Iran wordt. „De sjiieten weten dat ze de dingen niet alleen kunnen doen in een land als Libanon, met al zijn partijen”, zegt Awwad.
Andere christenen in het land vallen hem daarin bij. Hezbollah is alleen maar de sterkste groep omdat de leden veel wapens hebben, zegt George Sabra, directeur en decaan van de Near East School of Theology. Maar de minderheden zullen ervoor zorgen dat Libanon geen tweede Iran wordt, denkt hij. „Misschien over honderd jaar, als de emigratie van christenen doorgaat en de voortplanting van de sjiieten ook. Maar dat is zo ver weg. De sjiieten kunnen intimideren, ze kunnen zelfs militair actief zijn, maar ze kunnen de andere minderheden niet kwijtraken. Dat begrijpen ze zelf ook meer en meer.”
Ook ds. Habib Badr, predikant van de oudste Arabischsprekende presbyteriaanse kerk in Beiroet, ziet voor de nabije toekomst geen grote veranderingen optreden in de machtsbalans, wat Iran ook doet. Tegelijk gelooft de predikant niet dat Hezbollah de band met Iran ooit zal doorsnijden. „De relatie tussen Iran en Hezbollah gaat over veel meer dan alleen wapenbevoorrading. Iran is het Vaticaan van de sjiieten. Die bloedlijn zal er altijd blijven.”
Daarom doen christenen er wijs aan het gesprek met fundamentalisten aan te gaan, denkt de predikant. „Laat hen het zelf maar zeggen: wat zijn jullie plannen met minderheden?”
Tekenen der tijden
Maar de christenen in Libanon zijn zelf verdeeld. Ruwweg de helft rekent zich bij het prowesterse, prosoennitische kamp. De andere helft rekent zich tot de alliantie van het pro-Iraanse, sjiitische bolwerk waar Hezbollah bij hoort.
Dat die verdeeldheid er überhaupt is onder christenen, heeft volgens ds. Badr te maken met de specifieke overtuiging die de eigen groep aanhangt. „Heel wat christenen horen bij een bepaalde kant omdat ze de andere kant simpelweg haten.”
Een ander verschil zit hem in hoe christenen „de tekenen der tijden” verstaan, analyseert de predikant. „Als je nu vrienden bent van het sjiitische Iran, en Iran wint aan macht, dan bescherm je jezelf beter voor de toekomst.”
Ds. Badr vindt het vreemd dat de meeste christenen in het Westen met grote bezorgdheid naar Hezbollah kijken terwijl de soennieten in Libanon veel minder onder vuur liggen. Die stroming –met vertegenwoordigers als de in 2005 vermoorde premier Rafiq Hariri en zijn zoon, de vorige premier Saad Hariri– is weliswaar veel gematigder, maar volgens de predikant is de herkomst van het soennitische geld net zo twijfelachtig als de Iraanse steun aan Hezbollah. „Het geld van de soennieten komt uit Saudi-Arabië. Hariri mag dan zeer gematigd zijn, maar Saudi-Arabië is dat bepaald niet. Dat land vormt het hart van het moslimfundamentalisme.”
Arabische opstand
Over één ding maken de meeste christenen zich weinig zorgen: dat die nieuwe machtsverdeling er in Libanon komt doordat de Arabische opstand van Egypte en Syrië overslaat naar Libanon. In Libanon is geen dictator die verdreven zou kunnen worden, en bovendien is de politieke participatie van de bevolking veel groter dan in een land als Syrië, zegt Johnny Awwad van de Nationale Evangelicale Synode. „Je kunt moeilijk in opstand komen tegen jezelf.”
Maar dat betekent niet dat het verscheurde Libanon het niet op een andere manier moeilijk gaat krijgen. Voorspellen hoe de toekomst er voor Hezbollah en Libanon uit zal zien, is echter onmogelijk. Dat is het normaal gesproken al, doordat in het ruim 4 miljoen inwoners tellende land een wirwar van tegengestelde belangengroepen en politieke partijen door elkaar loopt.
Zo’n voorspelling wordt nu nog eens extra bemoeilijkt door de huidige situatie in Syrië. Syrië is de long van Hezbollah: wapens uit Iran komen via het alevitische –aan het sjiisme gelieerde– regime van de Syrische president Assad makkelijk Libanon binnen. Mocht Assad het veld ruimen, dan is het waarschijnlijk dat ook daar soennitische krachten de overwinning zullen opeisen, zoals dat eerder in Egypte en Tunesië is gebeurd. Voor Hezbollah zal dat een klap in het gezicht zijn.
Maar Johnny Awwad wil niet op de zaken vooruitlopen. „Wij kennen de beweging van de geschiedenis niet”, zegt hij. „Wat als de Arabische wereld gekerstend wordt? Laten we niet vergeten dat de geschiedenis vol is van wendingen die geen mens ooit had kunnen voorspellen.”
Libanon
Opstanden in het Midden-Oosten veranderen de mentale kaart van het gebied ingrijpend. De meeste blikken zijn gericht op de Halve Maan, het islamitische hartland direct ten oosten van de Middellandse Zee. Wat staat dit gebied te wachten? Blijft er ruimte voor christenen? Op reis door de Levant, op zoek naar antwoorden. Deze week: Libanon.