Twee undercoveragenten probeerden vorig jaar André de V. een bekennende verklaring te ontfutselen. Een van de geheim agenten, die zich voordeed als een medegedetineerde, verbleef in mei vorig jaar een aantal weken bij De V. in het huis van bewaring in Maastricht. Daar zou De V. tegenover de agent hebben toegegeven de brand te hebben aangestoken. Eerder zou André de V. al tegenover andere medegevangenen zijn mond hebben voorbijgepraat over zijn betrokkenheid bij de brandstichting.

De verdediging van André de V. vroeg de rechtbank het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Het OM zou zijn kruit verspeeld hebben door de inzet van de undercoveragenten, omdat de verdachte niet is gewezen op zijn zwijgrecht. De rechtbank oordeelt echter anders. Gezien „de ernst van de feiten” vindt de rechter het „aanvaardbaar” dat de informanten „een zekere mate van misleiding” toepasten.

Het verzoek van de verdediging van De V. om de twee geheim agenten in het openbaar te horen, wees de rechter van de hand. Eerder kreeg de verdediging de kans om de undercoveragenten in de zwaar beveiligde justitiebunker in Amsterdam vragen te stellen. De geheim agenten waren vermomd. De V. kreeg destijds ook de gelegenheid om de informanten vragen te stellen, maar liet die voorbijgaan. „Ik ben niet zo thuis in de wereld van justitie.” Donderdag gaf hij aan wel met de geheim agenten te willen praten, maar dat gaat dus niet door.

In een wat nerveus getoonzet betoog verklaarde André de V. donderdag andermaal dat hij niets te maken heeft met de brand bij SE Fireworks. „De spanning is ondragelijk. Dit duurt maar en duurt maar. Ik word gewoon aan het lijntje gehouden. Ik vermoed ernstig dat justitie wat verzwijgt. Ik heb echt niets met deze brand te maken.”

De rechtbank begint op 26 maart met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen De V. Er zijn vier dagen uitgetrokken voor het geruchtmakende proces.