ICC-slachtofferfonds helpt 80.000 mensen
DEN HAAG (ANP) – Het slachtofferfonds van het Internationaal Strafhof (ICC) helpt momenteel meer dan 80.000 slachtoffers van oorlogsmisdaden en hun gezinnen. Dit gebeurt in de eerste landen waar het ICC onderzoek heeft gedaan, de Democratische Republiek Congo en Uganda.
Dit heeft de bestuursvoorzitter van het fonds, Elisabeth Rehn, woensdag in Den Haag bekendgemaakt. Gelet op de beperkte middelen van het fonds hebben de meest kwetsbare groepen voorrang voor de Finse oud-politica: kinderen en slachtoffers van seksueel geweld.
Het ICC is het eerste internationale hof met een speciaal fonds voor hulp aan slachtoffers. Bij het eveneens in Den Haag gevestigde Joegoslavië-Tribunaal en andere straftribunalen ’dienen’ slachtoffers slechts als getuigen om de veroordeling van de verdachte te bereiken; zij krijgen van het hof geen schadeloosstelling.
Het ICC-fonds geeft medische en psychosociale hulp en helpt slachtoffers een nieuw bestaan op te bouwen, bijvoorbeeld met een lening voor een kleine eigen zaak. Plastisch chirurgen van de Stichting Interplast Holland kregen steun, toen zij in Noord-Uganda verminkte slachtoffers van het Verzetsleger van de Heer (LRA) van Joseph Kony gingen helpen. En het fonds helpt ervoor te zorgen dat verkrachte meisjes in Congo naar school kunnen gaan en dat ondertussen opvang wordt geregeld voor hun baby’s. In traditionele samenlevingen worden slachtoffers van verkrachting vaak verstoten door de eigen familie vanwege de veronderstelde schande.
Het fonds werkt met vrijwillige bijdragen van de 120 bij het ICC aangesloten landen. Vorig jaar kwam 3,2 miljoen euro binnen, het hoogste jaarlijkse bedrag tot nu toe. Rehn is zich ervan bewust dat de projecten die daarmee gerealiseerd kunnen worden, „tamelijk bescheiden” zijn, rekening houdend met de „grootschalige gruweldaden” in landen als Congo, waar als gevolg van de oorlog meer dan 5 miljoen mensen zijn omgekomen. Zij hoopt dat staten ondanks de schuldencrisis bijdragen blijven leveren.