Onder leiding van oud-staatssecretaris van Justitie Michiel Scheltema onderzocht de commissie het werkklimaat binnen het COA, de bestuursstructuur en de financiële vergoedingen voor de directie. Albayrak kwam in opspraak doordat COA-medewerkers in de media hun beklag deden over de gang van zaken binnen de asielorganisatie.

Scheltema heeft de zaken in het voorlopige rapport „zo suggestief en tendentieus” opgeschreven dat er volgens Albayraks advocaat Anita Verbeek sprake is van „smaad c.q. laster”, als de tekst zo openbaar wordt gemaakt. Albayrak had het concept gekregen om erop te kunnen reageren.

Landsadvocaat Cécile Bitter, die voor de commissie-Scheltema optrad, schetste een tegenovergesteld beeld. De onderzoekers hebben iedereen die ze hebben gehoord de tekst laten lezen die ze van het interview hebben gemaakt. Correcties worden verwerkt en dan mogen betrokkenen nogmaals de tekst over hun eigen verklaring lezen. De verklaringen zijn opgenomen op banden, die worden gewist als het definitieve rapport is uitgekomen.

Betrokken medewerkers zijn in vertrouwelijkheid gehoord, maar er is geen sprake van anonieme bronnen, aldus advocaat Bitter. De commissie weet wie zij voor zich heeft gehad. Informatie die niet door minimaal twee bronnen bevestigd werd, is niet gebruikt. Scheltema wil niet ingaan op de eis van Albayrak dat zij de gespreksverslagen wil hebben, omdat ze anders geen goede reactie op het rapport zou kunnen geven.

De kortgedingrechter doet maandag om 10.00 uur een verkorte uitspraak, de motivatie volgt waarschijnlijk volgende week woensdag.