Als je bespot wordt, denk dan aan Christus
Wat kun je doen als je bang bent voor vervolging of spot vanwege je christelijke getuigenis, ook al ben je overtuigd van de sterke bewijzen ten gunste van het christelijk geloof?
In reactie op deze vraag wil ik graag een aantal gedachten delen.
- Denk aan wat Jezus voor ons heeft verdragen. Jezus was bereid om onuitsprekelijke martelingen te doorstaan en om voor ons te sterven op een manier die de Joden beschouwden als de vernederendste die er bestaat. Omwille van jou en mij hing hij naakt aan het kruis, in een publiek vertoon van vernedering en schaamte, een voorwerp van spot en hoon. Hoe zouden we ons ooit voor Hem kunnen schamen wanneer Hij bereid was een dergelijke diepe minachting voor ons te verdragen?
Denk aan Jezus’ woorden: „Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, en in de heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen” (Luk. 9:26). Kun je je voorstellen dat Christus zich voor jou zal schamen en zal ontkennen dat je Zijn discipel bent? Ik hoop dat dat nooit zal gebeuren!
Zegen
- Er wordt grote zegen beloofd aan hen die omwille van Jezus’ naam worden bespot. Jezus zei: „Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn” (Matt. 5:11-12). Wat een belofte! In debatsituaties denk ik hieraan. Als mensen je met beledigingen overladen, wees dan dankbaar en blij, want in werkelijkheid overladen ze je met zegeningen. Zou je die zegeningen willen verspelen?
Gemarteld
- Denk aan wat anderen omwille van Christus hebben geleden. Als gelovigen in China en in verschillende moslimlanden worden gevangengezet, gemarteld en zelfs gedood vanwege hun geloof in Christus, is het ronduit schandalig dat wij in het Westen terugdeinzen wanneer we om Zijnentwil beledigende en beschamende woorden op ons af krijgen.
Hoe durven we onze broeders en zusters recht aan te kijken als onze toewijding zo schamel, zo zwak is vergeleken met die van hen? We lijden niets vergeleken met wat zij doorstaan. Nadenken over wat zij verdragen hebben en nog verdragen kan ons de vastberadenheid geven om de geringe hoeveelheid lijden op ons te nemen waartoe we geroepen zijn.
Liefde voor je tegenstanders
- Vraag God om je te vullen met liefde voor je tegenstanders. Jezus zei: „Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen” (Matt. 5:44). God houdt zo veel van Zijn vijanden dat Hij Zijn Zoon zond om voor hen te sterven. Zonder Christus zijn ze verloren en stervende.
Als ik bepaalde ongelovigen tegen me hoor tekeergaan, denk ik aan deze toepasselijke spreuk: „Ik zou niet bozer op hem kunnen zijn dan op een blinde die op mijn voet heeft getrapt.” Bid dat God hun geestelijke blindheid wil wegnemen.
We zijn betrokken bij een verschrikkelijke strijd om hen te redden van de eeuwige ondergang. Vraag God om je een hart vol medelijden voor de verlorenen te geven, zodat je, net als Paulus, je gedrongen voelt om te spreken (2 Kor. 5:14).
Contraproductief
- Bedenk dat op dezelfde manier reageren contraproductief is. Ons doel is mensen te winnen, niet discussies. Dus zelfs als we de verleiding kunnen ervaren om sarcasme met sarcasme te beantwoorden, zal dat gewoonlijk averechts werken en de ander alleen maar verder wegduwen. Probeer vriendelijk en inhoudsvol te reageren.
Ik denk dat het soms goed kan zijn om iemand te confronteren of om een onvruchtbaar gesprek te beëindigen, als je merkt dat de ander onoprecht is en alleen maar wil ruziën. Maar dat moet dan altijd kalm en in liefde gebeuren.
Toerusting
Deze suggesties zijn veel makkelijker uit te voeren als wijzelf goed toegerust zijn om positieve redenen aan te voeren voor onze geloofsovertuiging en gedegen antwoorden op de vragen en bezwaren van ongelovigen. In dat geval geeft ons dat een rustig vertrouwen, dat ons tijdens ons gesprek goed van pas zal komen. Aangezien we de antwoorden weten, is er eenvoudigweg geen reden om vanwege de aanvallen van ongelovigen oververhit en van streek te raken.
Ik denk dat goede toerusting en het in gedachten houden van de eerdergenoemde punten ons kan bezielen met moed om voor Christus te getuigen. Zodat, net zoals Hij de schande van het kruis veracht heeft (Hebr. 12:1), ook wij de spot kunnen afwijzen die ongelovigen onze kant op slingeren.
Dr. William Lane Craig is hoogleraar filosofie aan Talbot School of Theology in La Mirada (Californië). Hij schrijft en houdt lezingen en debatten over apologetische onderwerpen. Deze bijdrage is overgenomen van zijn website reasonablefaith.org.
Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl