Opinie

Commentaar: Verlegen ouders

„De opvoedkunde bloeit, de opvoeding zelf kwijnt.” Dat was in de jaren twintig van de vorige eeuw de klacht van de Duitse rechtsgeleerde Otto Weiss. Hij keerde zich tegen de „overdacht van vormen zonder inhoud; tegen holle frasen over fatsoen en normen zonder het beleven van de moraal.”

16 March 2012 23:21Gewijzigd op 14 November 2020 19:58
Foto ANP
Foto ANP

Het valt te vrezen dat de woorden van de in 1944 opgehangen verzetsstrijder tegen het nazisme nog niets aan actualiteit verloren hebben, ook niet binnen de gereformeerde gezindte. Cursussen en boeken over opvoeding zijn er te over en ze lopen als een trein. Amerikanen spreken inmiddels van een opvoedingsindustrie.

Maar ondertussen kwijnt de opvoeding. Of liever, er is grote opvoedingsverlegenheid. En ook dat geldt voor de gereformeerde gezindte. Ouders zitten met de handen in het haar. Ze weten niet meer wat ze met hun kroost aan moeten; hoe ze hen kunnen bereiken.

Allerlei factoren dragen aan die verlegenheid bij. De wereld verandert snel en jongeren passen zich eerder aan dan ouderen. Met name de digitalisering zorgt ervoor dat plusveertigers het nauwelijks meer kunnen bijbenen, terwijl jongeren als het ware digitaal ademen. Ouders hebben het gevoel op achterstand te staan.

Dat lijkt althans zo te zijn. En het is zeker waar dat ouders die niet door hebben wat er in onze samenleving echt gaande is, het moeilijk hebben met het begeleiden van hun kinderen.

Maar fundamenteler is dat ook de tweede uitspraak van Weiss nog steeds actueel is. Spreken veel ouders niet holle frasen over fatsoen en normen zonder het beleven van de moraal? Elders heeft de Duitse rechtsgeleerde gezegd: „Men voedt zijn kind niet op met zijn kennis maar met zijn karakter.” Zit daar niet de kneep?

Van ouders kan niet verwacht worden dat ze van elke nieuwe ontwikkeling op de hoogte zijn. Wel dat ze bereid zijn om zich werkelijk in te leven in de vragen van jongeren; zich in hen verplaatsen. Dat betekent twee dingen. Eén: luisteren, luisteren, luisteren. Twee: zelf echtheid en kwetsbaarheid tonen. Niet doen alsof men alles weet; niet de vragen afdoen met gemeenplaatsen of holle frasen. Zo nodig erkennen dat men zelf ook niet het laatste antwoord heeft.

De 19e-eeuwse predikant en literator Nicolaas Beets dichtte:

„Zo ge u mensen op wilt voeden,

Veins niet! wie ge ook zijt, wees 
die ge zijt!

Waar kinderen een rol vermoeden,

zijt gij ’t spel en al uw invloed kwijt.”

Veins niet. Dat is een belangrijk punt. Naar twee kanten. Ouders moeten zich niet groter voordoen dan ze zijn. Maar ze moeten ook niet de dingen mooier voorstellen dan ze zijn. Er zijn nogal wat opvoeders die denken dat het met hun kind wel meevalt. In de praktijk valt dat erg tegen.

Wie beide realiteiten onder ogen ziet, voelt zich inderdaad verlegen. En toch! Er zijn nog twee dingen. Er is een profetisch Woord dat zeer vast is. Als opvoeders en kinderen daar samen naar luisteren, geeft dat houvast. Dat mogen ouders naspreken. En het tweede? Er is een God Die trouw houdt van geslacht tot geslacht. Die juist verlegen, kwetsbare mensen de weg wijst.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer