Meer vijftigers dan dertigers op werkvloer
DEN HAAG – De werkende beroepsbevolking is weer ouder geworden, gemiddeld 41 jaar. Onder de werkende mannen in Nederland zijn voor het eerst meer vijftigers dan dertigers.
Dat blijkt uit cijfers over 2011 die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag heeft gepubliceerd.
Begin jaren negentig waren de werkenden in Nederland in doorsnee 36 jaar oud. Vorig jaar was dat opgelopen tot ruim 41 jaar. In alle bedrijfstakken is de gemiddelde leeftijd opgelopen, maar de vergrijzing –een stijging van 7 procent– is het meest te vinden bij het openbaar bestuur en in het ambtenarenapparaat.
De gemiddelde leeftijd ligt het hoogste in de landbouw en in de visserij: 44 jaar. Het jongst, met ruim 34 jaar, waren werkenden in de horeca.
Tussen 1990 en 2011 is de gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking met 5 jaar gestegen tot 41,2 jaar. In deze periode is de bevolking steeds ouder geworden.
Ook de arbeidsparticipatie van de 50- tot 65-jarigen is fors gegroeid: van 35 procent in 1990 tot 60 procent in 2011. De toename was vooral sterk onder vrouwen.
In 2011 waren er 95 vijftigers werkzaam op 100 werkende dertigers. Begin jaren negentig waren dat er nog maar 42. In die tijd hadden vrij weinig 50- tot 60-jarige vrouwen een betaalde baan en was de arbeidsparticipatie van mannen van die leeftijd relatief laag, onder meer door gunstige regelingen van vervroegde uittreding. Bij de mannen waren er in 2011 voor het eerst meer werkzame vijftigers dan dertigers.